‘Respect en openheid maken van democratie de minst slechte regeringsvorm’ (Winston Churchill)
De Wereld staat in Vuur en Vlam. Terwijl Japan vecht tegen een dreigende meltdown van kernreactors stellen gewone burgers zich in Noord-Afrika en het Midden-Oosten te weer tegen heersers die getuigen van weinig respect voor het streven naar welzijn en geluk door gewone stervelingen. In dit krachtenveld is de Democratie een baken en een magneet voor iedereen die streeft naar een Vrij en Rechtvaardig bestaan.
Frank van Empel en Caro Sicking voor nonfiXe
Op 17 december 2010 stak de 26-jarige Tunesische fruitverkoper Mohammed Bouazizi zichzelf in brand nadat een politieagente zijn weegschaal vorderde en hem, toen hij protesteerde, ook nog in het gezicht sloeg. Hij voelde zich zo vernederd, dat hij de hand aan zichzelf sloeg. Het ultieme machtsmiddel van de machteloze. Een verzetsdaad die grote gevolgen had. Bouazizi drukte met zijn actie uit dat hij er niet meer tegen kon om als oud vuil behandeld te worden. Hij verlangde respect en waardigheid, maar kreeg in plaats daarvan slaag. ‘Als niemand naar mij luistert, dan steek ik mezelf in brand,’ waren zijn laatste woorden. En hij voegde de daad bij het woord. Omstanders balden hun vuisten. Ze voelden zich even machteloos als hij. Als individu wel te verstaan, want als menigte kneedden de Tunesiërs alle opgekropte woede tot een machtig wapen: openlijk protest en verzet. Militairen sloegen het bevel in de wind om op hun landgenoten te schieten en kozen de zijde van het verzet, waarop de nationale potentaat Ben Ali ijlings de wijk nam naar Saoedie Arabië.
Van Tunesië sloeg de vlam van het verzet over naar Egypte, Libië, Bahrein, Jemen, Syrië. De hele regio stond binnen de kortste keren in vuur en vlam. Tot in Zimbabwe waren de politieke aardschokken merkbaar. Studenten die via het internet het Arabische persbureau Al Jazeera raadpleegden voor het laatste nieuws over het Noord-Afrikaanse oproer werden stante pede gearresteerd. Het verhaal over Bouazizi toont eens te meer aan dat zelfs de meest nietige, bescheiden burger verschil kan maken in de geschiedenis van de mensheid. Bouazizi veranderde niet alleen zijn geboorteland Tunesië. Hij veranderde de hele wereld. De houding van Amerikanen en Europeanen ten opzichte van moslims kantelde 180 graden. Plotseling bleken zij niet alleen het kwade in de mens te vertegenwoordigen, maar ook het goede. Het verlangen naar vrijheid en democratie.
Democratie als bestuursvorm
Democratie. Een woord dat geworteld is in de klassieke oudheid en een dubbele betekenis heeft. Aan de ene kant is het een bestuursvorm die gebaseerd is op bepaalde waarden, regels en principes. Aan de andere kant is het veel méér dan dat: een manier van leven.
Democratie als bestuursvorm is een proces dat op verschillende niveau’s in de samenleving is terug te vinden en dat zich voltrekt langs dezelfde herkenbare lijnen. Op landelijk niveau is het een proces waarbij de volwassen burgers in een land het recht krijgen om een volksvertegenwoordiging te kiezen, die op haar beurt een regering samenstelt en controleert, regel- en wetgeving autoriseert en entameert, dit alles ingezwachteld in procedures en gebruiken die verankerd zijn in de Grondwet van het betreffende land. Een heel belangrijk kenmerk van zo’n representatieve democratie is, dat besluiten pas rechtsgeldig zijn als die kunnen rekenen op minimaal de helft van het aantal aanwezige volksvertegenwoordigers plus één. Er moet, met andere woorden, sprake zijn van een parlementaire meerderheid. Om te voorkomen dat het systeem wordt misbruikt door subversieve bewegingen en kwaadwillende potentaten in de dop, zijn waarborgen ingebouwd. Zo is voor bepaalde belangrijke besluiten, zoals een verandering van de Grondwet, een twee-derde meerderheid vereist en dient ook de Senaat – een college van wijze, ervaren politici – z’n goedkeuring te geven. Deze opvatting van democratie als bestuursvorm heeft een ontwikkeling doorgemaakt die zo’n 2.600 jaar geleden begon in het gebied waar nu de landen Iran, Syrië en Irak liggen, met een vertegenwoordiging van mannen met aanzien en inkomen in een ‘Assemblee’ (samenkomst, vergadering), waar door middel van het opsteken van handen bij meerderheid over gemeenschappelijke zaken werd beslist. Deze methode van besluitvorming werd door de klassieke Grieken aangeduid als democratie, een samenvoeging van de woorden δῆμος (dèmos), ‘volk’ en κρατέω (krateo), ‘heersen, regeren’. Letterlijk gaat het hier om een ‘volksheerschappij’, ook al was een groot deel van het volk (vrouwen, slaven) aanvankelijk verstoken van de drie rechten die de democratie als bestuursvorm funderen:
1. Initiatiefrecht. Elke deelnemer moet vrij zijn om een initiatief te kunnen nemen en een wetsvoorstel of wetswijziging in te dienen.
2. Recht op spreken. Elke deelnemer moet in gelijke mate de kans hebben de andere deelnemers te informeren en met hen van gedachten te wisselen over het voorstel dat ter tafel ligt.
3. Stemrecht. Elke deelnemer moet de gelegenheid hebben een stem over het voorstel te kunnen uitbrengen. Een overeengekomen meerderheid van de stemmen bepaalt of het voorstel al dan niet aangenomen wordt.
Na de val van het Romijnse Rijk dook de geschiedenis in een zwart gat van duizend jaar – de Middeleeuwen – waarin het recht van de sterkste gold en niet de democratie. Rond 1500 duiken de democratische beginselen weer op in Europa. Ze worden echter in een andere vorm gegoten, namelijk die van de eerder genoemde ‘Representatieve Democratie’. Deze blijkt niet 100% shock proof te zijn. De representatieve democratie is vaak misbruikt door kwaadwillende lieden, die het zagen als een middel om macht te vergaren. Adolf Hitler was een schoolvoorbeeld van hoe je het ongenoegen en de opgebouwde woede (bijvoorbeeld als gevolg van slechte economische omstandigheden) van het volk kunt aanwenden voor eigen doeleinden. Ook na de Tweede Wereldoorlog duiken er in vrijwel elke democratie van tijd tot tijd individuele avonturiers op die – vaak onder het mom van vrijheid en zich afzettend tegen vreemdelingen – proberen om, al dan niet in coalitieverband met geestverwanten, de meerderheid in het parlement te verwerven. Een andere, wat minder fijnzinnige wijze om macht te verwerven is die van een staatsgreep. Beide vormen zijn op grote schaal toegepast. Lange tijd was de dictatuur meer regel dan uitzondering. Met als dieptepunt 1945, toen er wereldwijd maar twaalf functionerende democratieën werden geteld. In 1958 was dat aantal weer opgelopen tot 32. De terreur van de Nazi’s had menige democratie lam gelegd. Die moesten als het ware opnieuw worden opgestart. Behalve voortgang was er, met name in de periode 1958-1975 ook veel terugval. Eén van Engelands toonaangevende politieke schrijvers, John Keane, heeft tien jaar gewerkt aan een monumentaal werk over democratie: The Life and Death of Democracy. John Keane tekent daarin aan dat eenderde van de landen die in 1958 nog te boek stonden als functionerende democratie, midden jaren zeventig waren teruggevallen tot autoritaire staat. In 1962 werden volgens Keane – onder meer hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Sydney – 13 regeringen geteld die voortkwamen uit een staatsgreep. Midden jaren zeventig was het aantal dictaturen verdrievoudigd tot 38. Daar zaten landen bij, waarvan we ons niet meer kunnen voorstellen dat het nog niet zo lang geleden dictaturen waren.
In november 1973 bijvoorbeeld werd Griekenland nog bestierd door een militaire junta onder leiding van Kolonel Papadopoulos. Portugal had in dat zelfde tijdsgewricht Marcello Caetano als dictator, Spanje had Generaal Franco en het toenmalige Joegoslavië had Tito. Midden jaren zeventig kwam er een einde aan hun heerschappij.[1] Je kunt zeggen dat dit de weg vrij maakte voor een Democratisch Europa en voor een duurzame ontwikkeling aldaar van de drie P’s: People, Planet en Profit. Maar veel plausibeler is het omgekeerde: de kloof tussen Zuid-Europa en Noord-West Europa werd te groot. We doelen hierbij zowel op de economische als de culturele kloof.
In 1958 trad de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in werking. Een voorloper van de EU. Eén van de zes oprichters, Italië, is het enige Zuid-Europese land dat in de periode 1958-1975 geen dictatuur had[2]. En dat is geen toeval. De EU en z’n voorganger, de EEG, streven naar het uitvlakken van inkomensverschillen door overheveling van inkomen van relatief rijke regio’s (het toenmalige West-Duitsland en Nederland) naar relatief arme regio’s (Zuid-Italië). Daar zit een filosofie achter. Naarmate de inkomensverschillen tussen naburige landen en regio’s minder groot zijn, is er minder reden voor jaloezie, ruzie en oorlog. Bovendien werkt de overheveling van inkomens als een deeltjesversneller. Naarmate geld sneller van hand tot hand gaat, worden er ook sneller goederen en diensten geproduceerd en geleverd. De arme regio’s besteden het door hen ontvangen geld ook weer grotendeels bij hun Europese broers en zusters. In zo’n relatief gesloten economie als die van de Europese Unie (EEG) zorgen bestedingsimpulsen voor meer werkgelegenheid en groei. Met als gevolg dat steeds meer landen zich aan wilden/willen sluiten bij de EU/EEG. Om lid te worden moest je (en moet je nog steeds) aan bepaalde voorwaarden voldoen. Daar hoorde (en hoort) in elk geval de voorwaarde bij dat het betreffende land een democratie is. In elk geval géén dictatuur. Dat zette de sociaal-economische verhoudingen in de betreffende landen en regio’s flink onder druk.
Behalve deze economische factor was er, zoals gezegd, ook een culturele. De Jaren Zestig hadden als een tsunami de gevestigde orde in Noord-West Europa opgetild en weer neergesmeten. Vrijheid was het devies van krakers, bezetters van Maagdenhuizen, protestzangers en hippie’s. Muziek was het communicatiemiddel bij uitstek voor jongeren. Muziek verbroederde. Als je de vakantie doorbracht in één van de zuidelijke Europese landen, dan had je aan een gitaar meer dan aan een volle portemonnee. De gitaar bracht autochtonen en allochtonen bij elkaar en bouwde gevarieerde netwerken. De plaatselijke jeugd leerde een andere wereld kennen. Een wereld waar zij ook meer en meer naar gingen verlangen. De Wereld van Vrijheid & Vertier. De bezoekende jeugd leerde dat een simpele, goedkope maaltijd, bereid door een Italiaan, vaak verreweg te verkiezen is boven het dure junkfood van de campingwinkel.
Onder hetzelfde banier van de Vrijheid begonnen de VS een oorlog in Vietnam en een Koude Oorlog tegen dezelfde vijand: het Communisme in zijn vele gedaanten, met als gemeenschappelijk kenmerk de uniformering van de mens. Tegenover deze ‘eendimensionale mens’ plaatste het Westen vrijheid en de Power to Differ, de Wereld van Verschil & Variatie, van Onderscheid & Authenticiteit. De vrijheid drong ook door in de economie. Tegenover de Planeconomie kwam het vrije marktmechanisme te staan. Tegenover de lange rijen voor levensmiddelenzaken in het Oostblok stelden de markteconomieën van Engeland, Frankrijk, Nederland, Duitsland en Zweden de freedom to choose, de vrijheid om te kiezen uit een gevarieerd en overvloedig aanbod, waarbij overigens wél enkele maatschappelijke randvoorwaarden in acht worden genomen. De besteedbare inkomens van huishoudens mogen bijvoorbeeld niet te ver uiteenlopen. Die mogen er wel zijn, maar ze moeten sporen met het rechtvaardigheidsgevoel van de fictieve doorsnee Nederlander. Het laatst genoemde economische model had en heeft nog steeds het meeste succes. De P van Profit komt hier beter tot zijn recht en iets soortgelijks geldt voor de P’s van People en Planet.
Democratie als Way of Life
Het kan niet dik genoeg onderstreept worden hoezeer een op vrijheid en gelijkwaardigheid steunende democratie een voorwaarde is voor duurzame ontwikkeling. De verdienste van Keane’s Life and Death of Democracy is, dat het de dynamiek bloot legt, die maakt dat dit concept 2600 jaar na z’n ontstaan weer een nieuwe fase in gaat, althans volgens Keane. De fase van de Monitory Democracy noemt hij deze derde fase na de ‘Assemblee Democratie’ en de ‘Representatieve Democratie’. Het bijvoeglijk naamwoord ‘monitory’ is afgeleid van het Engelstalige zelfstandig naamwoord ‘monitor’, een controleapparaat, en het werkwoord ‘to monitor’: controleren, meekijken (meeluisteren) met, afluisteren, toezicht houden op. Stuk voor stuk woorden met een negatieve connotatie, die eerder refereren aan 1984 van George Orwell, binnenlandse veiligheidsdiensten en James Bond, dan aan democratie. Keane doelt op iets anders, namelijk op mensenrechten organisaties, summits, forums, de Autoriteit Financiële Markten, integriteit commissies, citizenship, parlementaire enquêtes, klokkenluiders, zwartboeken, blogs. Stuk voor stuk ‘vinger-aan-de-pols bewegingen’ en activiteiten die als doel of gevolg hebben: meer transparantie. Om die reden prefereren wij het begrip ‘Transparante Democratie’. We zijn daarmee aangeland bij de tweede betekenis van Democratie, die van A Way of Life, een manier van leven die diametraal staat op de Way of Life die tirannen en dictators voor hun ‘onderdanen’ in petto hebben.
In 1978 verspreidde de Tsjechische schrijver Václav Havel een essay over wat gewone mensen kunnen bereiken als ze massaal in opstand komen tegen de leugens van een repressieve regering. ‘Power of the powerless’ noemde hij die onvermoede kracht. Elf jaar later, in november 1989, was hij zelf de grote gangmaker van de Fluwelen Revolutie. Met zijn woorden, op schrift en in de lucht, toonde Havel aan dat ook hij de Kracht van de Machtelozen in zich had en wist te gebruiken. Het ‘bastion van leugens’ stortte in, het IJzeren Gordijn ging open.
‘Vandaag de dag,’ schrijft Havel in het voorwoord van Small Acts of Resistance, ‘leven over de hele wereld miljoenen mensen in omstandigheden waar je niet van vermoedt dat er ooit iets in zal veranderen. Maar die mensen moeten eens terugdenken aan de opstanden die in 1989 in heel Oost-Europa plaatsvonden en die het resultaat waren van een serie individuele acties door gewone mensen die, bij elkaar opgeteld, verandering onvermijdelijk maakte.’
De voormalige satellietstaten van Rusland maken nu deel uit van de Europese Unie. Aan de Zuid-grens van Europa vinden anno 2011 soortgelijke opstanden plaats. Het Europese model van open grenzen, grootschalige overheveling van koopkracht, keuzevrijheid en permissive consent (besturen met een ruim mandaat om te handelen in de geest van alle burgers in de aangesloten landen) oefent een ongekende aantrekkingskracht uit op iedereen die er enigszins mee in aanraking komt.
Toch is het moeilijk om de charmes van de democratie te benoemen. Democratie overstijgt ons denkvermogen. Het overstijgt en omvat het leven. Mensen, dieren en planten gaan dood, de democratie als Way of Life is volgens de schatting van Keane al 2600 jaar oud en misschien nog wel meer. Het concept democratie is te vatten in de volgende zinnen, die als bladeren uit The Life and Death of Democracy vallen:
- Niet de baas spelen over anderen die niet over de middelen beschikken om tegenwicht te bieden;
- Dictaturen dienen omver geworpen te worden;
- Geen concentratie van ongecontroleerde macht;
- Leven naar de regel dat niemand ergens de dienst uitmaakt;
- De machtelozen kracht geven;
- Zelfbestuur onder gelijkwaardigen;
- De zwakken beschermen en de mensen sterker maken, overal en altijd, opdat ze het leven kunnen leiden dat ze willen en kunnen leiden;
- Winnaars controleren en aan banden leggen, bijvoorbeeld door een tijdslimiet te stellen aan de ambtstermijn van een bestuurder. Verliezers prikkelen om terug te vechten en zichzelf te verbeteren, zodat de kloof tussen hen en de Winnaars wordt gedicht en in feite iedereen een winnaar wordt.
Dictatuur op de loer
Na een toename van het aantal functionerende democratieën van 12 naar 32 in de jaren 1945-1958 en een terugval in de periode 1958-1975 is de Democratie sinds 1989 weer bezig aan een indrukwekkende opmars. Toch moeten wij te allen tijde bedacht zijn op een come back van de firma Listen, Leugens en Bedrog, waarschuwt Naomi Wolf in The End of America, A Citizen’s Call to Action. Hierin ontrafelt Wolf de ontwikkeling in de richting van een totalitaire staat en onderscheidt ze tien stappen, die dictators of would be dictators vrijwel altijd nemen als ze een open gemeenschap willen sluiten. Dat laatste wordt overigens steeds moeilijker. Nieuwe communicatiemiddelen als e-mail, Skype, Facebook en Twitter maken dat iedereen steeds sneller van alles op de hoogte is. Het internet is een onuitputtelijke kennisbron. Die draagt er ook toe bij dat de machtelozen steeds krachtiger worden. Krachten roepen doorgaans tegenkrachten op. Echter: naarmate partijen meer en sterker ondervinden dat er ook ontwikkelingen zijn waarbij iedereen erop vooruit gaat, zullen de tegenkrachten zwakker zijn of ontbreken.
Dit neemt niet weg dat we op onze hoede moeten blijven voor patronen die wijzen op een ontwikkeling in de verkeerde richting. Naomi Wolf, maakt aannemelijk dat zo’n beweging in de richting van een dictatuur overal kan plaatsvinden. De tien stappen die dictators vrijwel altijd nemen op de weg naar de macht zijn:
- mensen angst aanjagen door zich te beroepen op een externe en een interne bedreiging;
- geheime gevangenissen inrichten;
- een paramilitaire organisatie installeren;
- gewone burgers in de gaten houden en zich laten legitimeren;
- infiltreren in clubs en verenigingen;
- arbitrair opsluiten en weer vrijlaten van burgers;
- gericht mensen aanhouden en opsluiten;
- de persvrijheid aan banden leggen;
- kritiek aanmerken als spionage en verschil van mening als verraad;
- de wet buiten werking stellen.
Bij het voorkomen van ongelukken speelt de EU in meerdere opzichten wederom een belangrijke rol. In de eerste plaats krijgen landelijke extreem ‘rechtse’ of ‘linkse’ partijen minder gauw voet aan de grond in een groter geheel. In de tweede plaats zorgt (schone) groei van het aantal banen en inkomens er voor dat het ongenoegen geen kans krijgt om zich te ontwikkelen. Naarmate burgers een duurzame ontwikkeling van de economie, de ecologie en de samenleving belangrijker vinden, zal het beleid daar op een slimme manier inhoud en gevolg aan moeten geven. Een derde zekering tegen would-be dictators is de wijze waarop in de EU besluiten worden genomen. Dat geschiedt namelijk volgens het principe van permissive consent, ofwel stilzwijgende toestemming. De EU-Commissarissen die richtlijnen uitzetten en allerlei regels, verboden en geboden voorschrijven, die boetes opleggen en acquisities van bedrijven voorkomen, die leggen elk besluit niet eerst voor aan de ministers van alle aangesloten landen. Dat zou te omslachtig zijn. De Europese Commissie gaat er simpelweg vanuit dat zij voor vier jaar het mandaat heeft van de aangesloten lidstaten om besluiten te nemen in de lijn der verwachting van hoe de Europese burgers erover denken. Dat vereist dus een goed inleefvermogen. In geval van twijfel wordt vaak een informeel onderzoek of een opiniepeiling gedaan.
Duurzaam Milieu en Vrede
Een nieuwe uitdaging voor de democratie vormen de ecologische vraagstukken en problemen, zoals klimaatverandering, afnemende biodiversiteit, armoede in de wereld en de uitputting van voorraden fossiele brandstoffen. Wie behartigt in een democratie de belangen van de natuur, de mensheid en het nageslacht? Het gaat hier in het algemeen om grens- en generatie-overschrijdende vraagstukken, die een supra-nationale of globale aanpak vereisen. Het Europese model kan hier uitkomst bieden. De Europese Commissie kan namens de burgers met de vertegenwoordigers van andere landenblokken onderhandelen over te nemen maatregelen, streefcijfers en einddoelen, om die vervolgens door te vertalen naar regio’s. De EU kan ook vormen van monitoring en measurement voorschrijven, zodat prestaties van regio’s vergelijkbaar worden en best practices beschreven kunnen worden. De uitwerking hiervan is onderwerp voor verdere studie.
Voor representatieve democratie is een frame zoals de natiestaat vereist. Een begrip uit een grijs verleden. De grenzen van natiestaten kwamen steevast na oorlogen tot stand. Ze werden dwars door volken en leefgebieden getrokken en zorgen her en der voor rare uitstulpingen, zoals de provincie Limburg. De zee vormt een natuurlijke grens, maar over land zijn de grenzen tamelijk willekeurig geconstrueerd en daarmee onnatuurlijk. Net als op andere duurzame ontwikkelingsfronten gaat de trend ook hier in de richting van ‘natuurlijk’. Het is misschien saai, maar ook hier hebben de architecten van de EU een huzarenstuk geleverd. Door de overkapping van Europa (exclusief buitenbeentjes als Noorwegen en Zwitserland) zijn volken en landschappen weer gerestaureerd. De Europese Commissie – het dagelijkse bestuur van de EU – is ook aanspreekbaar voor de richtlijnen die ze geeft en andere beleidsdaden, zij het achteraf. Ze is, zoals dat in jargon heet ‘accountable’ richting burgers en hun verkozen vertegenwoordigers. ‘Democratie is geen synoniem voor staatsvorming,’ schrijft John Keane in een essay getiteld: Democracy in the 21st Century: Global Questions. Wat het dan wel is, volgt twee A4’tjes verderop: ‘Democratie, ondanks z’n vele vormen, is in essentie een politiek verschijnsel dat gebaseerd is op het principe dat “de mensen” de fundering vormen van de politieke autoriteit’. Wat dat betreft gaan we terug naar het diepste wezen van democratische sturing: de “echte”, “diepe”of “participatieve” variant. Zelf direct deelnemen aan de besluitvorming, zoals de de Grieken 2.500 jaar geleden deden.
Hierom vragen de mensen in het Midden Oosten; zij willen zelf de fundering vormen van de politieke autoriteit. In Egypte lijkt het erop dat dit gaat lukken, Tunesië beweegt in die richting en het licht gloort vooralsnog in bijvoorbeeld Marokko. Mocht het de volkeren in het Midden Oosten lukken om een democratie te vestigen, dan is dat een belangrijke stap in de richting van duurzame vrede. Een fenomeen dat de wereld niet eerder kende. De Franse president Nicolas Sarkozy beseft dat wij op een kruispunt in de geschiedenis van de mensheid staan, als hij op 19 maart militaire acties tegen de Libische dictator Kadhafi en diens volgelingen aankondigt. Staande naast een immense Franse vlag breit het Franse staatshoofd op plechtstatige toon de volgende historische verklaring:
(…) ‘Arabische landen besloten zichzelf te bevrijden uit de slavernij waarin zij te lang gevangen zaten. Deze revoluties hebben een enorme hoop gecreëerd in de harten van al diegenen die de Waarden van de Democratie en de Rechten van de Mens met elkaar delen. Maar het is niet zonder risico. De toekomst van deze Arabische mensen is van hen. Geconfronteerd met zoveel moeilijkheden en uitdagingen als zij zijn, verdienen zij onze hulp en steun. Sterker: het is onze plicht om hen te helpen.
‘In Libië is een burgerbevolking in levensgevaar die berustend afwacht en die eigenlijk maar één ding nodig heeft: het recht om het lot in eigen hand te nemen. Het is onze plicht om hun van angst doortrokken roep om hulp te beantwoorden.
‘De toekomst van Libië behoort toe aan de Libiërs. Wij willen niets vóór hén beslissen. Het gevecht dat zij voeren is hún gevecht. Als wij ingrijpen in Arabische landen, dan is dat niet om ons op te dringen aan het Libische Volk, maar om te appelleren aan een universeel, alles overstijgend, geweten dat wij zulke misdaden als daar begaan worden, niet kunnen en niet mogen tolereren.
‘Vandaag grijpen wij, met een mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, in Libië in, samen met onze Arabische partners. We doen dat om de Libische bevolking te beschermen tegen de dodelijke waanzin van een regime dat door het vermoorden en doden van eigen mensen elke legitimatie kwijt is. Wij grijpen in om het Libische volk in staat te stellen om het lot in eigen hand te nemen. Deze rechten kunnen het Volk niet onthouden worden door middel van terreur en geweldadigheid.
‘Kolonel Kadhafi heeft nog tijd om het ergste te vermijden door alle eisen van de internationale gemeenschap zonder meer in te willigen. De deur van de diplomatie gaat pas weer open als de gevechten stoppen. We zijn volledig zeker van onze zaak, en ik zeg dat plechtstatig. Iedereen heeft zo zijn verantwoordelijkheden. Wij zagen ons gedwongen om een serieus besluit te nemen. Samen met onze Arabische partners, onze Europese partners en onze Noord-Amerikaanse partners heeft Frankrijk besloten om zijn rol in de geschiedenis te vervullen.’
nonfiXe, 21 maart 2011
[1] John Keane, The Life and Death of Democracy, blz. 654.
[2] Frankrijk rekenen wij tot Noord-West Europa.