Tribal Society

Een van de vier wereldbeelden uit Beleef 2030, toekomstscenario’s voor de energiewereld: haves & have nots – hyperindividualisme – tribal society – vrijwillige eenvoud. Allen draaien om de assen geopolitieke (in)stabiliteit en mate van technologische vooruitgang. Geschreven in het voorjaar van 2003 in opdracht van Essent. Alle vier de wereldbeelden en enkele ondersteunende interviews met sleutelspelers in de samenleving zetten we op deze site. Waarom? Omdat we ze nog steeds actueel vinden.
Tribal Society is een toekomstscenario uit het kwadrant: weinig tot geen technologische vooruitgang en geopolitieke instabiliteit: Angst en wantrouwen splijten de wereld.

LUCHT

Eerste bedrijf

1.  BINNENOPNAME: EEN MAN LIGT OP EEN SOFA. HIJ IS ONDER HYPNOSE. NAAST HEM STAAT DE PSYCHIATER. HIJ DRAAGT EEN SPIJKERBROEK EN EEN SLOBBERTRUI. SCHUIN ACHTER DE PSYCIATER STAAT EEN VROUW IN MANTELPAK, ZE MAAKT AANTEKENINGEN OP EEN PALMTOP.

PSYCHIATER spreekt met een licht accent

DOKTER (stem)

‘We hebben hem gevonden achter de Duinen, in Zone-Y. Een Kaaiman. Hij was nogal in de war toen hij bij bijkwam en weigert iets te zeggen. Ik dacht aanvankelijk dat hij verstoten is door de groep en aan zijn lot overgelaten. Inmiddels weet ik beter. Kaaimannen vormen een hechte etnische groep. Ze zijn in zichzelf gekeerd. Nogal streng religieus. Van zijn stam weten we niet zoveel. Het is een afsplitsing van een afsplitsing. Geen grote gemeenschap. Ze geloven in Kaai. Het gebied waarin de Kaaimannen zich hebben gevestigd, heeft nogal te lijden onder droogte en aanhoudende economische malaise. In Europa neemt het bruto binnenlands product al jaren met zo’n 3 procent per jaar af. Let wel: het gaat hier om gemiddelden. Niet overal gaat het even slecht. Dat neemt niet weg dat de economische krimp tot nogal wat economische en maatschappelijke ontwrichting heeft geleid. Zíj hebben daar veel meer onder te lijden dan wij. Ze bedrijven landbouw en veeteelt en proberen op dat punt zelfvoorzienend te zijn. Maar het houdt niet over. Van oorsprong zijn de Kaaimannen een vredelievende stam, maar nu hun levens worden bedreigd, weet ik het niet meer zeker. Het rommelt in de buitengebieden. Fundamentalisten wijten de economische malaise aan uitbuiting en onderdrukking door het Westen. Niks nieuws, maar wel iets om heel goed in de gaten te houden. Daarom hebben we hem onder hypnose gebracht. De afgelopen dagen heb ik geprobeerd om te weten te komen hoe het er in zijn stam aan toe gaat. Dat is aardig gelukt. Wilt u de geluidsregistratie horen?’

INSPECTEUR (stem)

‘Zeg maar: “Joanna”. Dat praat wat makkelijker. Ja, ik wil wel wat horen, om alvast een idee te vormen. Maar ik heb de zaak ook graag op CD-RAM, voor het archief. De Kaaimannen vormen een groot gevaar voor de stabiliteit, weet je…. Een paar van die gasten probeerden al eerder te infiltreren. Ze zijn maar net op tijd door Tukrikuk onderschept en geneutraliseerd.’

PSYCHIATER (stem)

‘Tukrikuk?’

JOANNA (stem)

‘Sorry, dat is het nieuwe systeem om indringers op te sporen. Tukrikuk is een Inca-woord. Het betekent letterlijk: “hij die alles ziet”. Het systeem werkt met microfoontjes en beeldscanners die verdachte bewegingen registreren. Ze zijn ingebouwd in de muren van allerlei ontmoetingsplaatsen. Het systeem is niet bedoeld om iedereen te controleren, maar om ons te beschermen. Dat is nodig. Er komen voortdurend nieuwe stammen bij. Die zijn niet allemaal even vredelievend. Onder druk van de slechte economische omstandigheden worden haast continu vete’s tussen verschillende stammen uitgevochten. Het is een woestenij. Ik weet niet of u nog wel eens buiten komt. Ik in elk geval niet. Moet je eens naar zijn gezicht kijken. Die diepe groeven, de littekens… Eng gewoon!’

PSYCHIATER (stem)

‘Serge – zo heet hij – is eigenlijk best te beklagen. Hij heeft het ongeluk gehad dat hij niet in het meer welvarende deel van West-Europa geboren is, maar van het begin af aan moest vechten voor zijn leven. Individualisme bestaat niet in zijn gemeenschap. Hij heeft nooit de kans gehad om vrij te zijn.’

PSYCHIATER zwijgt. Hij is verzonken in gedachten. Dan praat hij verder.

‘Ik heb nooit gedacht dat het zo ver zou komen. Aan het begin van de eeuw had je ook vormen van agressief cultureel fundamentalisme, maar dat het zo om zich heen zou grijpen en de nationale staten van Europa zou bedreigen heeft niemand voorzien. Kijk eens om je heen in wat voor wereld wij leven. Ik kom zelf uit Kroatië en heb de agressie van de Serviërs aan den lijve ondervonden. Wat in het voormalige Joegoslavië gebeurde, dreigt nu heel West-Europa te overkomen. Er ontstaan steeds weer nieuwe stamverbanden. Een balkanisering waarin culturen tegen culturen, mensen tegen mensen en stammen tegen stammen worden uitgespeeld. Een Jihad in naam van tientallen religieuze systemen, tegen alles wat zweemt naar onderlinge afhankelijkheid, vrijwillig georganiseerde sociale samenwerking en gemeenschappelijkheid, tegen de technologie, tegen de populaire cultuur, tegen het marktmechanisme, tegen het moderne leven, tegen onbekommerd genieten, tegen gewoon jezelf kunnen zijn. Jihad heeft de Europese Unie opgeblazen en versplinterd in tientallen regio’s, in plaats van de nationale staten die vroeger voor stabiliteit zorgden.

‘Jij bent nog jong. Je hebt de omslag niet meegemaakt. Ik heb er nu nog nachtmerries van, slaap nooit rustig, ben vergeten wat het is om onbekommerd plezier te maken. We zijn allemaal slaven van het systeem geworden. Een systeem dat steeds chaotischer vormen aanneemt.’

JOANNA (stem)

Ik weet het meneer Vucak. Mijn vader heeft me erover verteld. En tijdens mijn opleiding heb ik natuurlijk ook een flinke dosis historische kennis opgedaan. Het spijt me voor u, dat u er zelf zo mee geconfronteerd bent. Ik heb me altijd veilig gevoeld in wat vroeger werd aangeduid als het continentale deel van Noord-West Europa. De zaak desintegreert echter snel. Boven mijn bureau hangt een spreuk van de Britse dichter Yeats: ‘The center can not hold, mere anarchy is loosed upon the world’. Hij zag het kennelijk lang geleden al aankomen.’

PSYCHIATER (stem)

‘Noem me alsjeblieft bij mijn voornaam: Boris. Ja. Als je terugkijkt in de geschiedenis, dan zijn we weer in de middeleeuwen en is al die zogenaamde vooruitgang een illusie gebleken. In de middeleeuwse politiek maakten lokale stammen en ambitieuze heersers de dienst uit. De mensen voelden zich met elkaar verbonden door de universele abstractie van het christendom, ook al leidden ze een geïsoleerd leven binnen elkaar bestrijdende leengoederen en waren ze niet vrij om hun eigen identiteit te bepalen. Het was een wereld waarin prinsen en koningen weinig echte macht bezaten, totdat ze de ideologie van het nationalisme ontdekten. Het nationalisme – de inrichting van de wereld in staten – leidde tot een regering die opereerde tot buiten de grenzen van de stam. De natiestaat zorgde lange tijd voor stabiliteit. Om allerlei redenen is die stabiliteit echter verkruimeld. Ik wijt het zelf vooral aan de economie. Linkse intellectuelen dwepen de laatste tijd weer met Karl Marx. Zijn theorieën zijn lange tijd uit de gratie geweest. Het marktmechanisme vierde hoogtij. Ik heb laatst nog eens een merkwaardige brochure van hem nagelezen op microfiche: “De achttiende brumaire van Louis Bonaparte”. Verveel ik je met dit geleuter? Je komt ten slotte voor iets heel anders…’

JOANNA (STEM)

‘Integendeel. Het boeit mij mateloos en het heeft alles te maken met die Kaaiman hier. Ik wil graag de achtergronden begrijpen…’

PSYCHIATER (STEM)

‘JIJ’.

JOANNA (STEM)

‘Sorry Boris. Alsjeblieft, vertel door.’

BORIS (STEM)

‘Oké. Probeer je in de situatie in te leven. Februari 1848. In Parijs breekt de revolutie uit met weerklank in alle landen van Europa. Marx levert zijn aandeel in de leiding van de Neue Rheinische Zeitung. Het loopt vrijwel overal uit op een pijnlijke nederlaag voor de arbeiders. Marx zelf verliest alles wat hij bezit. Hij vertrekt in bittere armoede naar Londen. De latere Napoleon III voert een staatsgreep uit, die hem feitelijk de koninklijke macht geeft. Het gaat mij nu om de analyse van de nog jonge Marx. “De mensen maken zelf hun geschiedenis,” schrijft hij, “doch zij maken die niet vrijwillig, niet onder omstandigheden die zij zelf hebben uitgekozen, maar onder omstandigheden die zich op dat ogenblik voordoen, die er nu eenmaal zijn en die traditie zijn geworden”. Die omstandigheden blijken nogal gecompliceerd: politieke, sociale, juridische, maar vooral economische belangen en machten van groepen. Daar heb je zijn historisch materialisme in een notendop; de stelling dat in de geschiedenis economische belangen en machten de beslissende rol spelen. De grondslag van elke concrete cultuur of cultuurperiode wordt gevormd door technologie en economie. Die brengen de verhoudingen voort tussen mensen en sociale groepen, ze bepalen hoe die groepen tegenover elkaar staan. Als de economie krimpt en de technologie voor onvoldoende innovatie en dynamiek zorgt, krijg je gespannen verhoudingen tussen groepen in de samenleving. Dan gaat het om lijfsbehoud. We hebben dat in de geschiedenis vaak gezien.

‘Je vraagt je nu natuurlijk af hoe we in deze situatie van instabiliteit en economische neergang terecht zijn gekomen? Die vraag heb ik mezelf ook vaak gesteld. Aan het begin van de eeuw had je een aantal ontwikkelingen die elkaar versterkten. In Irak zorgde Saddam Hoessein voor oorlogsdreiging en instabiliteit. Verder had je in het Midden-Oosten die continue brandhaard Palestina, die veel onrust en angst ontketende. De strijd tussen Joden, Christenen en Moslims bleef echter niet beperkt tot dit soort brandhaarden, maar ontbrandde – door immigratie en terrorisme – ook binnen Noord-West Europa en de Verenigde Staten van Amerika. Een keerpunt was 11 september 2001, toen de terrorist Bin Laden de kwetsbaarheid van de VS aantoonde.

‘De instabiliteit kwam echter ook van binnenuit. De regeringen van de natiestaten van Europa verloren hun soevereiniteit aan een anonieme bureaucratie in Brussel. De nationale staat was niet meer het vanzelfsprekende centrum en begon steeds meer te lijken op de katholieke kerk na de Reformatie. Hij bestaat nog, maar is niet meer het enige centrum. Europa veranderde de nationale politieke strijd. Van binnenuit begonnen de traditionele machten te desintegreren. Voeg daar de van buiten komende instabiliteit bij en je begrijpt waarom we nu leven in de wereld waarin we leven. Een wereld waarin mensen hun identiteit ontlenen aan de stam waartoe ze behoren. Het is een stap terug in de tijd, in plaats van een stap vooruit. Niemand voelt zich meer een staatsburger. Er is geen staat meer en ook geen democratie. Want hoe kan een democratie bestaan zonder staatsburgers?’

JOANNA (STEM)

‘Je kijkt zo triest Boris. Wat denk je? Zullen we ooit weer een wereld zonder angst krijgen, een wereld waarin niet alles draait om overleving en het recht van de sterkste?’

BORIS (STEM)

‘Voorlopig niet. Het gaat eerder nog verder de andere kant op. In deze tumultueuze wereld zijn de hoofdrolspelers geen naties, maar stammen en clans met diverse culturele, etnische en religieuze achtergronden, die elkaar onderling bestrijden. Hun roep om zelfbeschikking leidt tot steeds meer versplintering. En er is geen machtscentrum wat een tegenwicht kan vormen. Ook de overheid niet. Daarvoor zijn de middelpuntvliedende krachten te groot. Nu leven we nog in de illusie dat we het geweld buiten kunnen houden. We proberen er achter te komen wat mensen als deze Kaaiman hier bezielt, in de hoop dat we het monster van de Jihad kunnen temmen. Maar de wortels van de Jihad liggen al binnen onze samenleving, ook al ziet niet iedereen dat.’

‘Wat eindigt met Jihad – militante strijders, die het doden van de ander beschouwen als een hogere plicht – begint vaak met wantrouwen en een streven naar zelfbescherming. Mensen zoeken naar een simpele eigen identiteit, naar een reeks gemeenschappelijke persoonlijke kenmerken. Ze willen zich afschermen tegen alles wat anders is. Zo begint het. En het eindigt in een bloedbad.’

JOANNA (STEM)

‘Als je gelijk hebt, dan staat Serge hier model voor onze eigen jongeren over een aantal jaren. Door zijn gedachten en beweegredenen te ontrafelen, kunnen we misschien een manier vinden om misstanden hier te voorkomen…’

BORIS (STEM)

‘Dat betwijfel ik. Nog meer repressie helpt in elk geval niet. Deze Kaaiman hebben we dan wel buiten aangetroffen, maar ik heb ontdekt dat hij binnen is geweest. Je voorgevoel was juist. Het is een infiltrant, al sta ik daar niet zo afwijzend tegenover als jouw opdrachtgever. Zoals ik al zei, hun gedrag is in mijn ogen een afgeleide van de omstandigheden waarin ze leven. Wie zijn wij om hen kwalijk te nemen dat ze voor zichzelf opkomen? Wij doen niet anders. Neemt niet weg dat ik denk dat ze ons aardig in de smiezen hebben en binnen de kortste keren in staat zullen zijn om Tukrikuk te misleiden. Luister maar…’

Boris loopt naar de registratieapparatuur naast de sofa en drukt een paar toetsen in. Een nasaal stemgeluid klinkt uit het beeldscherm.

SERGE (STEM UIT VOICERECORDER)

‘Ik word altijd zenuwachtig in de nabijheid van informanten en inspecteurs. Ik vertrouw hen niet en voel hun macht en meedogenloosheid. Bovendien weet ik donders goed dat ze bijna alles zien en horen. De truc zit in het bijna. Ze kunnen niet álles zien, maar ik weet niet precies wat wél en wat níet. Soms loop ik alleen over straat. Niemand te zien. En toch voel ik me bespied.

‘Gisteren ben ik, zoals alle inwoners van sectie Z, naar de Arena gegaan. Het eenzijdige vermaak dat ze met name de lager geschoolden voorschotelen, maakt me misselijk. De informanten en inspecteurs ruik ik op een kilometer afstand. Het stikt ervan in de Arena en in die andere tempels van volksvermaak: de bier-, sport- en sekshallen, de themaparken, het theater. Ik doe moeite om te genieten, bang als ik ben dat iemand mijn walging bespeurt en mij als verdacht persoon scant.’

Een andere stem – die van Boris – onderbreekt zijn monoloog.

BORIS (STEM VIA DE VOICERECORDER)

‘Waarom doe je dit? Waarom spioneer je, met gevaar voor eigen leven?’

SERGE (STEM, VIA DE VOICERECORDER)

‘Ik haat het hele systeem, de vervlakking. De mensen hier zijn net planten. Ze vegeteren. Meer niet. Ik haat de lethargie, de burgerlijkheid. Ik kots ervan. Muziek, video, theater, boeken, themaparken en volkshallen – ze zijn allemaal opgebouwd als constructies van beelden die een gemeenschappelijke smaak scheppen rondom sterren, popsongs, jingles en funbrands. En dat met maar één doel: zoveel mogelijk eenheid uitstralen. Want hoe groter de eenheid, hoe makkelijker het is om een vuist te maken tegen andere verbanden, waartoe mensen zich wel eens aangetrokken zouden kunnen voelen. Wij, Kaaimannen en alle andere volken, zijn kennelijk erg bedreigend. We worden opgejaagd en systematisch uitgeroeid. Waarom? Omdat we geloven in Kaai, omdat we op blote voeten lopen en onze haren in vlechten dragen? Ik weet het niet. Wel weet ik dat ze mijn zus hebben verkracht en vermoord. Ik wil haar wreken. Niet door mezelf op te blazen, want explosieven krijg je hier niet binnengesmokkeld. Daarvoor is de beveiliging te goed. Nee, ik verspreid vlugschriften die het leven van de gegoede burgerij bekritiseren en zo de machtsbasis van het establishment van binnen uithollen. Aanval is de beste verdediging. Als de Westerse samenleving uiteenvalt, neemt de druk op mijn volk af. Het is zelfs niet uitgesloten dat een groot deel van het volk zich vrijwillig zal onderwerpen aan Kaai, de almachtige. We zijn op de goede weg. De overheid is de controle kwijt. Alleen onderdrukking en culturele vervlakking houden het establishment nog in het zadel. Kaai staat voor vrijheid en verdieping. Uiteindelijk zullen we zegevieren. Geduld, geduld. De verlossing is nabij.’

BORIS (STEM VIA DE VOICERECORDER)

‘Hoe denken jullie de bevolking voor Kaai te winnen? De mensen hier hebben het relatief beter dan Kaaimannen en zullen er niet op achteruit willen gaan.’

SERGE (STEM, VIA DE VOICERECORDER)

‘Het gaat ons niet om geld en gewin, maar om de goede zaak. Diverse zones kunnen de bevolkingsdruk niet meer dragen. Grondstoffen zijn er in de wereld nog genoeg, maar door de onveiligheid zijn ze onbereikbaar. In de minder welvarende zones komen steeds meer grote gezinnen voor, in combinatie met een hoge kindersterfte en een lage levensverwachting. Dat is fnuikend voor het moreel van dat deel van de bevolking. Al die Volkshallen voor vermaak poetsen de ellende niet weg. In het Westen gaat het een stuk beter. De gezinnen zijn daar kleiner, de kindersterfte is er lager en de levensverwachting hoger. Maar hoe lang nog? Hoe lang zal het duren voor ook daar de Verelendung toeslaat? Van een algemeen sociaal verzekeringsstelsel is geen sprake meer. In het Westen is nog enigszins sprake van solidariteit, omdat de familiebanden er hecht zijn. Maar verder is het: ieder voor zich. De technologie ontwikkelt zich nauwelijks. De kunst is om bestaande technologieën zo goed mogelijk aan te wenden. Alleen de elite slaagt daar nog in.’

Boris drukt een knop in en de voicerecorder zwijgt.

JOANNA (STEM)

‘Indrukwekkend. Deze man weet meer van ons dan wijzelf. Ik zou hem een paar vragen willen stellen. Kan dat?’

BORIS (STEM)

‘Geen probleem’.

De psychiater buigt zich over de krijgsgevangene heen, legt zijn hand op zijn voorhoofd en fluistert iets in zijn oor.

BORIS (STEM)

‘Ga je gang’.

JOANNA (STEM)

‘Serge, kun je me zeggen wat je van de West-Europese samenleving weet?

SERGE (STEM)

‘De bewoners zijn erg gesteld op bezit: hun eigen huis, eigen grond. Ze zijn bang voor alles wat afwijkt. De weinige rijken bezoeken nog wel luxueuze parken in Afrika en Latijns-Amerika, maar de rest is aangewezen op het volksvermaak in arena’s en hallen en op virtuele vakantiereizen. Het leven in Noord-West Europa is tamelijk eendimensionaal. Dat geldt ook voor het wonen en werken. Mensen werken weer, net als dertig jaar geleden, van negen tot vijf. Althans: in de meer welvarende zones. De zwoegers in de buitengebieden moeten veel langer werken om in hun onderhoud te voorzien. Als ze al banen hebben… De laatste tijd gaat het snel bergafwaarts met de economie. Er heerst veel onvrede. De vrije natuur wordt hoe langer hoe meer teruggedrongen. Landbouw, wonen en recreatie eisen namelijk alle ruimte op. De energievoorziening vindt plaats via decentrale opwekking op wijkniveau. Mensen zijn bang. Ze houden pitbulls om zich veilig te voelen, maar weten beter. De samenleving vervuilt, op enkele schone enclaves na. Het geluk is ver te zoeken. Van perfect en efficiënt werkende markten is al lang geen sprake meer. De economie holt achteruit.’

JOANNA (STEM)

‘Een uitstekende voedingsbodem voor religieuze fanaten als jij.’

SERGE (STEM)

‘Kaaimannen zijn geen fanaten. Wij weten gewoon hoe de wereld in elkaar zit. “Alles wat solide is, lost op in lucht,” waarschuwde Karl Marx anderhalve eeuw geleden al. Hij heeft uiteindelijk gelijk gekregen, om heel andere redenen dan hij zelf kon bevroeden. Maar Kaai zal voor nieuwe soliditeit zorgen. Voor degenen die willen, de uitverkorenen, de verlichten. De rest zal verrekken.’

Het doek valt. Na korte stilte is de projectie van een buitenopname te zien

SERGE LOOPT IN DE ZON, IN EEN VELD VOL WINDMOLENS. HET IS 2060. HIJ IS OUDER GEWORDEN, MAAR NIET GRIMMIGER. HIJ LACHT.

nonfiXe, maart 2003

n.b. Het einde van het stuk is de oorspronkelijke afloop, anders dan in de gedrukte versie van Beleef 2030

Dit is een van de vier wereldbeelden uit Beleef 2030, toekomstscenario’s voor de energiewereld: haves & have nots – hyperindividualisme – tribal society – vrijwillige eenvoud. Allen draaien om de assen geopolitieke (in)stabiliteit en mate van technologische vooruitgang. Geschreven door Frank van Empel en Caro Sicking in het voorjaar van 2003 in opdracht van Essent. Alle vier de wereldbeelden en enkele ondersteunende interviews met sleutelspelers in de samenleving zetten we op deze site. Waarom? Omdat we ze nog steeds actueel vinden. Tribal Society is een toekomstscenario uit het kwadrant: weinig tot geen technologische vooruitgang en geopolitieke instabiliteit: Angst en wantrouwen splijten de wereld.