Covid vaccin: per seconde duizend dollar winst wijzer

Een recent rapport van Peoples Vaccine Alliance, 21 oktober 2021, toont hebzucht van farmaceuten en mismanagement van de overheden van rijke landen aan. De farmaceuten maken duizend dollar per seconde winst op Covid19 vaccins. 98% van de bevolking van lagelonenlanden heeft geen toegang tot het vaccin.

Caro Sicking voor nonfiXe

De farmaceuten die met publiek geld – € 86,5 miljard in elf maanden vóór januari 2021 – een vaccin tegen Covid 19 hebben ontwikkeld, maken bizar veel winst en leveren nog steeds niet aan lage en midden inkomenslanden. Zestien procent van de wereldbevolking, degenen die in de rijke landen wonen, beschikt over de helft van het aantal vaccins. In de lagelonenlanden is voor twee procent van de bevolking een prik beschikbaar.

Deze ontluisterende cijfers zijn het gevolg van hebzucht – bijvoorbeeld, zo’n negen nieuwe Covid-miljardairs die samen een kleine twintig miljard dollar bezitten, een bedrag waarmee de totale bevolking van de lagelonenlanden 1,3 keer gevaccineerd kan worden – en eigenvolkeerst politiek, blijkt uit het rapport A Dose of Reality van Peoples Vaccine Alliance.

De 2021 jaarwinst vóór belasting van Moderna, Pfizer en BioNTech wordt geschat op $34 miljard. Uitgerekend per minuut is dat $64.961,- of meer dan $1000,- per seconde. Alle drie de bedrijven hebben minder dan 1% van de vaccins geleverd aan lagelonenlanden, aldus een persbericht van Oxfam International over bovengenoemd rapport.

Ook de overheden van de rijke landen schieten zwaar tekort. De G7 en Team Europa (de EU plus IJsland en Noorwegen) hebben 1,8 miljard doses vaccin toegezegd. Daarvan zijn er 261 miljoen daadwerkelijk gedoneerd. Dat is veertien procent van het totaal. Canada en het Verenigd Koninkrijk hebben nog geen tiende van de beloofde doses geleverd. Ondertussen verloopt de houdbaarheidsdatum van prikken die in de ijskast van de rijken liggen. Er liggen 1 miljard ongebruikte vaccins in die koeling. Overigens een flink deel daarvan is voor (te) hoge prijzen gekocht om maar zeker te zijn van levering.

De pandemie raast door. Het virus muteert ongehinderd zolang het grootste deel van de wereldbevolking geen antistoffen heeft. Economieën gaan op slot. De rijken worden verplicht tot 2G en krijgen straks, al dan niet met drang of dwang, een boosterprik (alleen al de aankondiging daarvan door de Biden regering gaf Moderna een boosterwinstprognose voor 2022: 35% up).

De armen sterven, niet alleen aan Covid, ook van de honger. En dan hebben we het nog niet over het klimaatdebacle waarvoor wederom de bevolking van lagelonenlanden het eerste, dure gelag betaalt.

De woorden die hier passen zijn racistisch, hypocriet, onverzadigbaar, gemeen, koloniaal. Maar ook: dom en kortzichtig, noch het klimaat, noch een pandemie laat zich beperken door landsgrenzen.

zie ook: Vaccs versus Nonvaccs

Vaccs versus Non-vaccs

Het wij-zij denken heeft een nieuwe vorm: gevaccineerden weigeren in toenemende mate solidair te zijn met mensen die geen prik willen. Er wordt gesproken over ‘drang & dwang’, van overheidswege nota bene.  En uit alle hoeken klinkt applaus. Kortzichtig.

Caro Sicking voor nonfiXe

Wereldwijd is er een ongelooflijk grote groep mensen die geen toegang heeft tot het vaccin, want dat is opgekocht door rijke landen. Degenen die zich op de borst kloppen met woorden als vrijheid en democratie. En waar nu een existentiële vrijheid in de uitverkoop wordt gedaan, namelijk de zeggenschap over je eigen lichaam.

Er valt een veel grotere slag te slaan wanneer iedereen die dat wil, ook in Tunesië, Indonesië enzovoort, toegang krijgt tot vaccins en gezondheidszorg.

Het westen ‘beschermt’ binnen de eigen landsgrenzen – alsof Corona zich iets van grenzen aantrekt. Is bereid duur verkregen verworvenheden op de vuilnisbelt te flikkeren. Voert buiten eigen land een exclusieve politiek die niet alleen inhumaan, maar ook oerstom is. En daarbij voeden de leiders van deze ‘vrije’ en ‘democratische’ staten een nieuwe polarisatie die de bevolking splijt.

Overigens, de communicatie over het virus en de bescherming daartegen, laat zwaar te wensen over. Paniek zaaien over Astra Zeneca. ‘Dansen met Jansen.’ Geen wonder dat er sceptici zijn.

Wat we nodig hebben is: wereldwijd degenen die dat willen vaccineren en eerlijke, duidelijke communicatie. Voor politieke spelletjes is geen tijd meer.

Update 02.08.2021: The New York Times publiceerde vandaag een helder stuk ‘Where a Vast Global Vaccination Program Went Wrong’, geschreven door Benjamin Mueller en Rebecca Robbins.

Een van de genoemde oorzaken van falende vaccinatie in arme landen is de voorrang die rijke landen claimen en krijgen van de farmaceuten.

Daarnaast gaat er nog veel meer mis, aldus NYT. De logistiek nodig om vaccins te transporteren en te koelen kost geld, wat er niet is. Bureaucratische rompslomp zorgt voor vertragingen. Afrikaanse zorgmedewerkers zijn nauwelijks betrokken bij de uitrol. Enzovoort.

Kobalt, de blauwe bloedsteen

onder de motorkap

Caro Sicking voor nonfiXe

Lang gedacht dat elektrisch vervoer dé oplossing zou zijn voor schone mobiliteit. In feite is dat nog steeds zo, ware het niet dat de opslag van hernieuwbare energie in batterijen, van bijvoorbeeld elektrische auto’s, de duurzame droom in duigen slaat.

Slavernij, vervuiling en corruptie zitten onder de motorkap van de zogeheten mobiele revolutie. Big business en Big men hebben wederom een manier gevonden om alle rotzooi te verplaatsen naar de armste bevolking, ver weg – denkt men – van het rijke Westen. 

In de negentiende eeuw werden wapens en kleding gemaakt voor Afrika; de kwaliteit inferieur want het moest goedkoop. Er was een naam voor die producten: ‘Good for Negers’[1]. Onder het mom van antislavernij campagnes werden hele gebieden onder Europees juk gebracht. De slavernij werd vervangen door dwangarbeid en uitbuiting. Ook daar was een reden voor: ‘Ik laat een man pas gaan als ik hem genezen heb van zijn ergste ondeugd, luiheid. Na zes jaar heb ik hem geleerd om te werken.’[2] Deze quote is van de Belgische kapitein Jules Ramaeckers (1848-1882) die een systeem van zes jaar dwangarbeid opzette in Karema, in het huidige Tanzania.

En, er is nog steeds niets veranderd. De armsten zijn altijd de klos. Armoede en corruptie zijn vruchtbare grond voor gedwongen arbeid en andere vormen van slavernij. De Global Slavery Index 2018[3] spreekt over 40,3 miljoen moderne slaven anno 2016. 71% daarvan is vrouw. Handel in organen en kindsoldaten zijn niet meegerekend.

Hoewel slavernij in het Westen minder voorkomt, importeren de rijke landen aan de lopende band goederen waarvan de supply chain besmet is met gedwongen- en kinderarbeid, milieuvervuiling en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Laptops, computers, mobiele telefoons en kleding lopen op kop. De supply chain van deze artikelen behoort tot de meest vervuilende.

Bovengenoemde apparatuur, en ook bijvoorbeeld de elektrische auto, bevat batterijen waarvan lithium, kobalt en grafiet de grondstoffen zijn.

De prognose is dat er, ten opzichte van 2015, in 2030 2565% meer lithium, 2382% meer kobalt en 2577% meer grafiet nodig is voor de batterijen van elektrische auto’s in Europa.[4]

Zo’n twee derde van alle kobalt winning wereldwijd komt uit Congo. Twintig procent van de Congolese kobalt wordt handmatig gedolven door zogenoemde creuseurs, gravers. Zij werken onder abominabele omstandigheden in een toxische omgeving. Naar schatting zijn er meer dan 255.000 creuseurs, waaronder 35.000 kinderen, sommigen niet ouder dan zes jaar.[5]

Een vijftienjarig Congolees meisje, genaamd Elodie, krijgt 58 cent voor een zak kobalt. Het kost haar een dag om die zak te vullen. Ze is wees, haar ouders zijn bezweken aan de kobaltkoorts der rijken. Elodie is moeder. Haar twee maanden oude baby is stevig op haar rug gebonden. Iedere ademtocht bevat metalen.

De universiteiten van Lubumbashi en Leuven deden onderzoek in Kasulo, een wijk van Kolwezi, in het voormalige Katanga, al sinds eind 19e eeuw het hart van de Congolese mijnstreek.

‘Kinderen die in de buurt van mijnontginning wonen, bleken tien keer zoveel kobalt in hun urine te hebben als kinderen die elders wonen. Hun waarden waren veel hoger dan wat voor een Europese fabrieksarbeider als onaanvaardbaar geldt. Deze studie mag dan beperkt zijn, maar de verschillen zijn zo frappant dat je ze niet kan toeschrijven aan het toeval,’ aldus arts-toxicoloog professor Benoit Nemery van KU Leuven[6]. Hij voegt eraan toe: ‘Kobalt is gelukkig niet zo toxisch als lood, cadmium of arseen. Maar naast kobalt zagen we ook verhoogde concentraties van andere metalen. We stelden bovendien vast dat het DNA van de blootgestelde kinderen meer beschadigd was dan dat van de controlegroep. In een andere studie, die nog loopt, zijn er aanwijzingen dat bij kinderen van mijnwerkers een groter risico bestaat op aangeboren misvormingen.’

In april 2020 worden de onderzoeksresultaten van de studie waarover Benoit Nemery spreekt, bekend gemaakt.[7] Een van de opvallende bevindingen is, dat vaders werkzaam in en om de kobaltmijn een groter risico lopen op baby’s met een ernstige geboorteafwijking, zoals een open rug (spina bifida). Baby’s worden geboren met ernstige handicaps waaronder verlamming, een waterhoofd, incontinentie, spierspasmes. De handicaps worden veroorzaakt door hoge concentraties mangaan en zink in de navelstreng en de foetale kant van de placenta. De onderzoekers wijten dat aan vergiftigd sperma van mijnwerkers.

Vier vijfde van de Congolese kobaltproductie komt uit voormalige staatsmijnen die nu in handen zijn van internationale ondernemingen. Mijnbouw- en handelsmaatschappij Glencore produceert bijna een derde van de kobalt op wereldschaal. Uit de Paradise Papers blijkt dat de mijnreus, ook in Congo, voor miljoenen belasting heeft ontdoken en smeergelden heeft betaald.[8]

De multinational bezit 74% van Katanga Mining lmt. in Congo. De mijnconcessie werd verlaagd van $585 miljoen naar $140 miljoen, dankzij de vriendschappelijke relatie met een schimmige zakenman uit Israël dichtbij dictator Kabila. Er is meer dan $100 miljoen aan smeergeld betaald.[9]

Multinationals die consumentenproducten, zoals telefoons en elektrische auto’s, maken, zijn de onverschillige afnemers van de blauwe bloedsteen. Amnesty International onderzocht de staat van conduite van de auto-industrie m.b.t. Congolees kobalt voor batterijen in elektrische auto’s.[10]

Tesla en BMW komen er het best uit. Maar let wel, ze scoren niet hoger dan ‘voldoende’ en dat enkel op onderzoek naar de supply chain van Congolees kobalt. De overige scores[11] van deze twee autofabrikanten zijn ‘matig’ tot ‘minimaal’.

Daimler, Fiat-Chrysler, General Motors en Volkswagen halen op geen enkel punt een ‘voldoende’. Renault komt niet verder dan ‘minimaal’ en blinkt uit door ‘geen actie’ te hebben ondernomen.

Kortom, van de hier onderzochte elektrische autofabrikanten heeft er niet één een gezonde batterij onder de motorkap. En dan hebben we het alleen nog maar over kobalt.

Slaap zacht.

Bewerking uit: ‘Joseph zonder Bijnaam‘, historische roman in wording.


[1] Uitdrukking gemunt door Louis Vignon, Les Colonies Françaises, leur situation économique leur utilité pour la métropole, leur avenir, par Louis Vignon, ancien chef du cabinet du minister du commerce, ancien sous-chef du cabinet du sous-secrétaire d’état aux colonies, 1886, p. 88

[2] Roberts, Allen F.. A Dance of Assassins (African Expressive Cultures) (p. 23). Indiana University Press. Kindle Edition. p. 132-134

[3] Global Slavery Index 2018, landenlijst m.b.t. slavernij. De lijst wordt samengesteld door de Australische Walk Free Foundation, http://www.globalslaveryindex.org.

[4] COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Report on Raw Materials for Battery Applications, Brussels 22.11.2018, SWD(2018) 245/2 final, p. 10.

[5] Kara, Siddharth, Is your phone tainted by the misery of the 35000 children in Congo’s mines? The Guardian, 12 oktober 2018. Kara, Siddharth, http://siddharthkara.com, https://www.theguardian.com/global-development/2018/oct/12/phone-misery-children-congo-cobalt-mines-drc.

[6] Gezamenlijk onderzoek KU Leuven en Universiteit Lubumbashi kritisch voor kobaltontginning in Congo, 20.09.2018. https://nieuws.kuleuven.be/nl/2018/gezamenlijk-onderzoek-ku-leuven-en-universiteit-lubumbashi-kritisch-voor-kobaltontginning-in-congo.

[7] Metal mining and birth defects: a case-control study in Lubumbashi, Democratic Republic of the Congo, Daan Van Brusselen, Tony Kayembe-Kitenge, Sébastien Mbuyi-Musanzayi, Toni Lubala Kasole, Leon Kabamba Ngombe, Paul Musa Obadia, Daniel Kyanika wa Mukoma, Koen Van Herck, Dirk Avonts, Koen Devriendt, Erik Smolders, Célestin Banza Lubaba Nkulu, Benoit Nemery, www.thelancet.com/planetary-health, Vol 4 April 2020, https://www.thelancet.com/action/showPdf?pii=S2542-5196%2820%2930059-0. Geraadpleegd 06.05.20. Kelly, Annie, Pollution causing birth defects in children of DRC cobalt miners – study, Global development, The Guardian, 06.05.20, https://www.theguardian.com/global-development/2020/may/06/pollution-causing-birth-defects-in-children-of-drc-cobalt-miners-study. Geraadpleegd 06.05.20.

[8] International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ), Paradise Papers, ‘Glencore Fights Transparency On One Continent, Pays $22m Settlement On Another’, December 2018. https://www.icij.org/investigations/paradise-papers/glencore-fights-transparency-on-one-continent-pays-22m-settlement-on-another/

[9] The Public Eye, Glencore’s murky deals in the DRC, https://www.publiceye.ch/en/topics/commodities-trading/glencore-in-drc.

[10] Time to recharge: corporate action and inaction to tackle abuses in the cobalt supply chain, Amnesty International, November 2017, https://www.amnesty.org/download/Documents/AFR6273952017ENGLISH.PDF, p.78. ‘This is what we die for, Human Rights abuses in the Democratic Republic of the Congo power the global trade in cobalt’, Amnesty International 2016, Index: AFR 62/3183/2016.

[11] Het voeren van een robuust beleid & het hebben van systemen om risico’s en misbruik van mensenrechten te ontdekken. De identificatie van ‘choke points’ en mensenrechtenschendingen, risico’s en misbruik. Informatie verschaffen over de risico’s en misbruik in de kobalt supply chain. Ondernomen actie om mensenrechtenschendingen bij toeleveranciers te verminderen of om schade gerelateerd aan kobalt delving te herstellen.

Polarisatie bij wet

Een virus dat zich razendsnel verspreidt, leidt tot een epidemie. Het virus waar we het hier over hebben, heet polarisatie. Het wordt gedragen door populisme. Het verspreidt zich langs allerlei kanalen, zelfs via de wet. De patiënten hebben ernstig last van onverdraagzaamheid. Een gevaarlijke aandoening.
Mensen staan onverbiddelijk in kampen tegenover elkaar. Niemand luistert naar de ander. Tegenstanders gebruiken dezelfde grote woorden, het liefst ‘vrijheid’. Kennelijk is de ene vrijheid de andere niet. De meeste stemmen gelden en wie afwijkt van de norm is verdacht. De jacht is geopend.

Caro Sicking voor nonfiXe

Na veertien jaar palaveren is op 1 augustus de ‘Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’ ingegaan. Integraalhelmen, bivakmutsen, nikab en boerka zijn verboden in het openbaar vervoer, bij zorginstellingen, op scholen en in overheidsgebouwen. Als je naar een feestje gaat, mag je gelaat wel bedekt zijn. Ook een bruid mag een sluier dragen. In de volksmond heet de maatregel: Boerkaverbod.

Voor- en tegenstanders gebruiken dezelfde argumenten en beroepen zich op vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en emancipatie van de vrouw om hun gelijk te krijgen.

  • ‘Ik vind het eng als ik je gezicht niet kan zien, dan voel ik me bedreigd. We moeten onze fijne en open samenleving verdedigen.’
  • ‘Ik vind dat mensen het recht hebben te dragen wat ze willen dragen. Dat hoort bij een vrije en open samenleving.’
  • ‘De boerka onderdrukt de vrouw.’
  • ‘Het boerkaverbod beperkt de vrijheid van de vrouw.’
  • ‘Het dragen van een nikab is een uiting van fundamentalisme.’
  • ‘Ik draag mijn nikab uit godsdienstige overwegingen, dat maakt mij niet tot fundamentalist.’

Politie, een aantal gemeentebesturen, zorginstellingen en het openbaar vervoer zeggen het boerkaverbod niet actief te willen en kunnen handhaven.

Een krant komt met de oplossing: het burgerarrest. Wanneer je een gesluierde vrouw aantreft in de bus, houd haar staande en bel de politie. Je mag haar tegen de grond drukken als je denkt dat ze probeert te ontsnappen.

Koren op de molen van nationalistische groepen. Op Facebook schrijven xenofoben ‘Yes! Allemaal op jacht!! #DELEN #maakergebruikvan!’

Immorele wetten en fatsoensnormen blijken prima ingrediënten om de samenleving tot op de wortel te verdelen. Niemand mag nog zichzelf zijn. Ook de witte columniste voelt zich bedreigd. Ze vreest voor haar witte privileges. Allen voelen zich onderdrukt en gediscrimineerd en als gevolg hiervan onderdrukken en discrimineren mensen elkaar. Iedereen wordt geacht zich te gedragen als fatsoenlijk burger. De fatsoenlijke burger helpt de autoriteiten de wet te handhaven. Een burgerarrest hier en eentje daar.

‘Bellen op de fiets, dat mag niet. Stop! Anders duw ik je tegen de grond. Ik sta in mijn recht.’

‘Schat, de buurvrouw staat alweer op haar balkon te roken. Dat mag niet. Arresteer haar. Ik bel ondertussen de politie.’

Een land vol spionnen. Angst heerst. Buren vertrouwen elkaar niet meer. Opgekropte frustraties bouwen druk op, lava dat gloeit, brandt en smelt, samenstromend voor de grote uitbarsting.

nonfiXe, 2 augustus 2019

 

Progressief Alternatief: Allemaal Winnen

Sterker nog, in Den Bosch worden de voormalige sans papiers als geslaagde migranten gepresenteerd bij iedere gelegenheid die een ‘best practise’ kan gebruiken. Daar zijn ze dus goed genoeg voor, de voormalige sans papiers. Ook, of juist, als minister van Buitenlandse Zaken, partijgenoot, op een zaterdag voorbij komt.

Pff, een week is vrij heftig als je een zoon uit de handen van de Marechaussee haalt, terwijl hij zonder papieren in Nederland is en je kort daarna een praatje moet houden over migranten, waarna je met niet-langer sans papiers eerst Bert Koenders ontmoet en daarna een terrasje pikt.

Snap je het nog? Die zoon is geen biologische zoon, maar woont al wel zo’n 9 jaar in je huis. Terwijl de andere kinderen naar de uni gingen, banen kregen en huizen kochten, mocht hij niet mee doen.

De sans papiers die nu wel mee mogen doen bij Boschveld, zijn mensen die tien tot zelfs achttien jaar geen verblijfsvergunning kregen. Nu zijn ze Nederlander en Vlaming. Iemand die de ambitie heeft om te slagen, die hou je niet buiten. Sterker nog, in Den Bosch worden de voormalige sans papiers als geslaagde migranten gepresenteerd bij iedere gelegenheid die een ‘best practise’ kan gebruiken. Daar zijn ze dus goed genoeg voor, de voormalige sans papiers.

Lees ‘The Will to Succeed’ waarom dat zo is.

Maar goed de minister van Buitenlandse Zaken komt als partijlid naar Den Bosch en er moet iets gebeuren op zaterdag 21 mei 2016.

Bert Koenders, minister BuZa, bij de Coppernickel in Den BoschHij deed het goed, Koenders, hij sprak met iedereen, toonde empathie en zocht naar wat hem en zijn gesprekspartner bond. Plus één voor persoonlijk contact.

Hij deed het shit, Koenders, want hij deed niet meer dan het huidige beleid verdedigen. Soort van paarse krokodil: ‘Ik kan er ook niets aan doen. Zo werkt het nu eenmaal.’

Maar wij waren hem welgezind. Alsof wij voor hem werken in plaats van hij voor ons. En we gaven hem een uitweg. In de vorm van een soort pamflet. Een idee, nog niet uitgewerkt en toch ook weer wel, gezien de vele initiatieven die er momenteel zijn. Hij heeft nog niet gereageerd.

Hier staat het:

Migratie als oplossing

  1. Migranten kosten het ontvangende land niets, leveren wel op. OECD 2014[1]: ‘Migrants contribute more in taxes and social contributions than they receive in benefits.’ Bovendien hebben zij de zogenoemde Will to Succeed[2]. Je laat niet alles en iedereen die je kent achter om te mislukken.
  2. Open grenzen & vrij verkeer. Migranten zijn goed voor het land van bestemming én voor het land van herkomst[3]. Economisch & sociaal. Een diverse samenleving waar iedereen toegang heeft tot burgerschap en tot mogelijkheden om zijn streven naar geluk te vervullen, is een veilige en welvarende samenleving;
  3. De bestedingsimpuls die voortvloeit uit de komst van migranten gebruiken om de productiestructuren te reorganiseren en resetten. Kleinschalig, van onderen af;
  4. Investeren in onderwijs en goede, gemotiveerde leerkrachten die verbinden. Tevens een systeem opzetten waarbij eerder verworven competenties (& buitenlandse diploma’s) snel toegang tot burgerschap en de arbeidsmarkt verschaffen. Iedereen doet mee. Iedereen voegt waarde toe. Het aantal vrijwilligers/stagiaires terugdringen ten faveure van betaalde arbeid. Het is volstrekt immoreel en vernederend om een Marokkaanse man geen betaalde arbeid te verschaffen, maar wel te gebruiken als ‘vrijwillig’ tolk en begeleider van nieuwkomers voor een organisatie die wordt gefinancierd met overheidsgelden;
  5. Uitkeringen op Europees niveau, zoals voorgesteld door denktank Breugel in het rapport ‘Benefits & Drawbacks of European Unemployment Insurance’, waardoor de lasten verdeeld worden over de lidstaten van de EU en solidariteit wordt bevorderd;
  6. Uit eerder genoemde rapport van de OECD[4]: […] ‘immigrants are filling labour needs by taking up jobs regarded by domestic workers as unattractive or lacking career prospects.’ Dit naast en gecombineerd met de alom bekende vergrijzing van Noordwest Europa. Bijvoorbeeld in sectoren als de zorg, transport, bouw en ict. &: ‘Most immigrants, after all, do not come for social benefits, but to find work and to improve their lives and those of their families. Efforts to better integrate immigrants should thus be seen as an investment rather than a cost.’ Met andere woorden, mensen komen ons helpen, laten we daar goed op reageren: welkom!
  7. Gebruik een ontwikkelingsmodel op de menselijke maat voor alle oude en nieuwe burgers. Een voorbeeld is de Human Scale Development door de Chileense econoom Manfred Max-Neef[5], of the Capability Approach die Amartya Sen[6] ontwikkelde: ‘Living the life one has reason to value.’
  8. Bovenstaand sluit aan bij het Brabants Alternatief, voorgesteld aan de Provincie op 28 april 2016. Het Brabants Alternatief is een mogelijke praktische uitwerking van bovenstaande theorie en van het rapport Brabant Advies ‘Uit verre landen’ door Provinciale Raad Gezondheid, Provinciale Omgevingscommissie, Sociaal-Economische Raad Brabant.

Nader uit te werken – deels al gedaan – te bespreken en door te ontwikkelen om tot een gelijke, evenwichtige samenleving te komen waar allen deel van uitmaken en waar allen kunnen winnen, vergeleken bij waar zij nu staan[7]. Dus, voel je vrij om mee te denken & doen.

Frank van Empel & Caro Sicking

nonfiXe, The Power To Differ

[1] Migration Policy Debates May 2014, ‘Is migration good for the economy?’ OECD

[2] Term van J.K. Galbraith, adviseur van J.F. Kennedy en U.S. ambassadeur in India. The Nature of Mass Poverty, 1979

[3] Migration Policy Debates May 2014, ‘Is migration good for the economy?’ OECD & multiple other sources e.g. ILO worldreport 2016, World Employment Social Outlook: […] ‘migration is an important mechanism for balancing labour market supply and demand across countries. The recent surge of refugees into Northern, Southern and Western Europe has led to the need to facilitate the labour market entry of a large number of individuals as quickly and effectively as possible. In the long term, the influx of migrants will help to counter skills shortages in certain areas and mitigate the risks associated with secular stagnation.’ P.4 J.K. Galbraith, The Nature of Mass Poverty, 1979.

The total amount of migrant remittances estimated in 2014: USD 583 billion. Of which USD 436 billion was sent to so-called developing countries. (IOM) Compared: Development aid totalled USD 131.6 billion in 2015 (OECD)

[4] Migration Policy Debates May 2014, ‘Is migration good for the economy?’ OECD

[5] Human Scale Development, Manfred Max-Neef, free pdf. Barefoot Economics / Economics unmasked co-author Philip B. Smith

[6] Amartya Sen, Development as freedom / The idea of justice / Mismeasuring our lives, co-authors, Joseph E. Stiglitz & Jean-Paul Fitoussi

[7] JES! Towards a Joint Effort Society, Frank van Empel & Caro Sicking, 2014 free pdf

The Will to Succeed

Why migration benefits the country of origin as well as the country of destination. It is utterly unwise to keep migrants out. Furthermore it is a human right to ask for help in another country. This speech was delivered at Tilburg University on May 17, 2016 by Caro Sicking. Occasion: STAI, I am Local

studenten w.o. Loïs & Geta, MariLou & Carla STAI 170516We’ve made a mess.

Devastating wars, extreme poverty, more slaves than ever before, violence, resource depletion and environmental catastrophes rage the globe. This is our species doing.

Despite all darkness, there are some shining stars. You are among them. I see and hear many individuals taking action for change and connecting, sharing knowledge and spreading ideas. I hope today I can contribute to your ambitions for a better world. I will tell you about what I know and about some of my sources of inspiration.

Starting the eighties last century, Manfred Max-Neef, economist from Chile, felt depressed over the state his country was in. Deprivation on all terrains; political, social, ecological, economical. Max-Neef saw no solution in neo-liberal ideas, such as trickledown economics. Trickledown economics comes down to stimulate growth by enriching the rich and empowering the powerful, than the accumulation of wealth in some sort of magical way trickles down to the poor, which of course does not happen.

He was looking for a profound development model to benefit the people and nature. He came up with fundamental human needs.

Four existential needs: Being, Having, Doing and Interacting.

Nine axiological – that is value related – needs:

  • subsistence
  • protection
  • affection
  • understanding
  • participation
  • leisure / idleness
  • creation
  • identity
  • freedom

Today we take the liberty to play with a part of the model and confine to the nine value related needs, something Max-Neef might not agree to, but we are not in an economics class and he is in Chile. We talk about how to come close to each other.

The fundamental human needs are interrelated and interactive, except for subsistence, which is merely staying alive.

When there are needs, satisfiers are required. Max-Neef qualifies food and shelter not as needs, but as satisfiers for subsistence. A mother breastfeeding her baby is fulfilling multiple needs at the same time: subsistence, protection and affection, maybe even identity and leisure as well.

And this is the interesting thing for our discourse today: the needs are the same throughout history and in all cultures. What changes is the way the needs are satisfied.

If we look at each other with the fundamental human needs in mind, we might come closer to each other.

Please keep the fundamental needs in mind and allow me to tell you how I got close.

Back in 1996, one still read newspapers. So was I that one morning, while enjoying a cup of coffee. All of a sudden I got blown in the face by this line: ‘The woman was thrown out on the street by immigration police’.

National authorities? Putting people on the street? In a country as rich and tolerant as the Netherlands? Maybe I was naïve, but it had never before occurred to me that such a thing was possible here. It made me think of my own responsibility as a human, as a citizen. Am I going to allow this? Just turn my head and go on with life as usual? That would make me an accomplice of a thoroughly immoral act performed in the name of democracy.

The next day I visited a shelter for irregular migrated women and children in the city I lived, Den Bosch. Since then I have been working with sans papers, sheltering people in our own home and writing about it. Since then I got close. And I have met very valuable and dear friends, who all have one characteristic in common: the will to succeed. I’ll come back to that later.

The women and children, some eighty in total, in the shelter in Den Bosch were all denied asylum. They were undocumented, irregular migrants, living in a country that did not accept their request for help. They were liars, economic refugees, profiteers.

They came from all over the world, except for the rich countries. Some fled gender violence, such as female genital mutilation. – At that time not a reason to get help, luckily this has changed. Some had run away from police abuse in the country of origin. Some had been lured into travelling to Europe for a job by human traffickers. The job invariably came along with a pay-back contract. These girls owed their so-called travel agents up to $60.000. The job invariably had not been the type of activity that was promised, like childcare or studying, but it was forced prostitution. The women had to lay down with multiple men in filthy hotels or dark brothels for fl. 25,- with a condom or if the guy preferred to have sex without protection: fl. 50,-.

Looking at the fundamental human needs of Max-Neef one can easily conclude that except for the first one, staying alive, no need was fulfilled.

But what happened… without knowing Max-Neefs’ theory the women in the shelter of VAST in ‘s-Hertogenbosch satisfied each others’ needs.

How it worked:

Although the shelter was housing people who had no legal staying permission, the local authorities tolerated it. They were kind of relieved these women and children did not roam the cities’ streets as homeless. Sometimes even the police asked for our assistance.

They called upon us after they found a fourteen year old Nigerian girl while raiding a brothel. The girl refused to speak. Maybe she’d speak to me? Maybe I could convince her to report on her traffickers?

No, I thought, she is never going to tell me her story while in a police cell. She’ll think I am one of them, being white and Dutch. She will not trust me at first sight.

And she will be much too afraid of her traffickers who might have used voodoo to seal the contract. They often used voodoo on African girls. A ceremony performed by a priest is a powerful tool. It is a kind of remote control, for the girl knows that if she should break the contract hell awaits her.

Your plan is not going to work, I told the police officer. But I have a proposal. Let me enter the police station with a Nigerian friend. Promise that you will not ask our ID’s, nor any other questions, and, promise that we will walk out free after visiting the girl in the cell.

He agreed. I asked Hope (not her real name) along. Hope had undergone the same abuse as the girl in the cell. A customer helped her escape and brought her to an asylum application centre. Needless to say, Hope had no papers. Furthermore she lied about her country of origin. She said she came from Sierra Leone, which was in a devastating civil war at the time. The lie was easily detected. Hope was rejected asylum and put out on the streets again, carrying a letter in Dutch that said she had to leave the country within 24 hours. A volunteer worker of VVN took pity on her and brought her to the shelter in Den Bosch. Now Hope was considering to report on the traffickers, but had not decided yet.

The decision to report is much harder than you might think. Trafficked persons put themselves at risk by doing so without any guarantee of success. Should the authorities be able to track down the perpetuators and convict them, the victim has to return to her country of origin. Facing a judgemental community.

Should the bad guys not be found, her situation is worse. She’d be sent home as well. And the traffickers will seek to punish her for betrayal, for breaking the contract. I know of a Nigerian girl who was sent back, recaptured by the traffickers and again put to work in bondage in the prostitution. You can imagine that escaping a second time requires much more of a person.

But Hope was a strong woman with a bright empathic character and optimistic view on life. She was willing and able to come along to talk to the girl at the police station. We’ll call her Yessica.

We entered the small police cell and Hope started to talk softly to Yessica. Finally Yessica agreed to come with us. The police too thought this was the best option. For they couldn’t legally keep Yessica in the cell much longer and they knew she was at great risk.

Yessica came with us and guess what happened. The first thing the other ladies did, was make her feel at home. They gave her a bath and clean clothes. They cooked her a Nigerian dish. They lovingly braided her hair.

In other words they satisfied the fundamental needs: subsistence, protection, affection and identity.

This happened every time a new woman came to the shelter. The other girls took care.

And mind you, with very little means. It was a daily struggle to feed everybody.

The following week Yessica was introduced to the other residents of the shelter. She was shown the way to the supermarket and city center, but always in the company of others, for her protection. Plus one for the needs participation and understanding as well.

She started to relax, learned how to use a sewing machine. Leisure and creation entered.

After a while it was my job to take her out for coffee and small talk. I’d ask her what was the strangest thing she’d seen when she first entered the country. She’d say ‘an escalator’ or a drawbridge, a bridge that opens.

We’d go to second hand shops for clothes. Slowly Yessica started to trust me. After some weeks she told her story. How she travelled, what happened, where she worked et cetera. Sometimes she just cried. Sometimes she did not remember things. Sometimes she gave valuable information to set up a case for an asylum request. I wrote it all down and looked for evidence.

This is how it went most of the time. There was not a standard method or procedure. The women took care of each other’s fundamental needs in a natural way and the organisation provided for the things they could not access themselves.

After the story was written, we spoke to a lawyer about starting or re-opening some kind of procedure to obtain a legal stay. But the woman involved was in charge. She decided what, when and how. The first signs of freedom.

The will to succeed

We owe the term to John Kenneth Galbraith,  advisor to president Kennedy and US Ambassador to India. Already in the 1960’s Galbraith stated that migration benefits the country of origin as well as the country of destination. The migrant is the one who deconstructs. She or he decides not to accommodate and is many times even prepared to risk his or her life for a better future.

A characteristic most migrants share is: The Will to Succeed.

You do not leave everything and everybody you know behind – for an uncertain future – to fail.

Those who succeed, share their success with those who stayed behind. They perform as rolemodel. More often than not, migrants send money, ideas and goods back to their families and former communities.

This money, for instance, goes straight to where it has to go: to a mother that needs medical care, to a brother or sister for education et cetera. It does not fall into the pockets of cleptomanic regimes and their bunch.

The will to succeed benefits the country of destination as well. Migrants tend to contribute to the receiving society in many ways.

The people I’ve met, have proven this statement. Yessica is now married with children in Italy. Hope has a job in geriatric care, studies and provides for her three kids. Other women started a cleaning company or opened a restaurant. They offer employment. For most of them it took ten years of their lives to get where they are now.

One girl from Azerbaijan who lived in the shadows for 18 years, completed a MBO study of 4 years in just one. Then she took up HBO. ‘I have no time to lose,’ she explained. She is 25 now.

The access to society can and must speed up. For it is not the migrant who needs this amount of time to build up a live of productive wellbeing. It is society that prevents people from entering.

High fences and military will not stop those who are determined to change their and their children’s lives.

Apart from the fact that force will not stop them, but costs valuable lives – and we’ve seen that happen multiple times!. And aside from how you might feel about the moral aspect of closing borders and excluding people, it is very unwise to keep migrants out.

I quote JK Galbraith: ‘Migration is the oldest action against poverty. It selects those who most want help. It is good for the country to which they go; it helps break the equilibrium of poverty in the country from which they come. What is the perversity in the human soul that causes people so to resist so obvious a good?’

Access – How?

Access is important, not only for the women and children in the shelter in Den Bosch, not only for the millions of displaced persons, refugees and other national or international migrants, but also for the migrant receiving communities.

Doug Saunders wrote about this. He researched arrival cities worldwide. An arrival city is the growing community of migrants who set themselves up at the outskirt of a metropolis such as the favelas of Rio or the shanty towns of Mumbai. They struggle to reform their lives and try to integrate themselves socially and economically. These migrants want to build communities and strive to become middle class. It is all about upward mobility. Unlike most think, the slums can become fertile ground and stimulate local, national, even international economies.

This is not by bulldozing them down or excluding the residents. Such acts will lead to the opposite: a violent unsafe place where crime, drugs and radicalization flourish.

Saunders: ‘If an impediment can be removed, if the state can provide the basic fruits of the city, than an arrival city will take care of itself. Its’ residents know what to do. They have been trying to do it for years.’

Saunders talks about access. Access to citizenship and access to opportunity to fulfil one’s aspirations, to be able to live the life one has reason to value. I think this is what we need to come close: access while bearing the fundamental human needs in mind. The women in the shelter in Den Bosch showed us the way.

Caro Sicking, May 17, 2016

speech at: I am Local – meeting UvT organised by STAI, May 17 2016.

Other speakers: Mohammed Elgizoly Adam and Angélo Schuurmans

Satisfiers for ‘Understanding’:

  • The women & children of Stichting Vast, Den Bosch
  • M. Max-Neef: Human Scale Development – free pdf
  • J.K. Galbraith: The Nature of Mass Poverty
  • D. Saunders: Arrival City
  • A. Sen: Development as Freedom
  • F. van Empel & C. Sicking: JES! Towards a Joint Effort Society – free pdf  info @ nonfixe.nl or printed version

Trailer JES! Towards a Joint Effort Society

NonfiXe, May 22 2017

 

 

Aanslag op het Verschil

Het sociale kapitaal van een gemeenschap wordt bepaald door de mate van broederschap. In diversity we stand as sisters & brothers. Against all forms of terror.

#CharlieHebdo is trending sinds gisterenmiddag in Parijs drie gekken een aanslag pleegden op het gelijknamige satirische weekblad en 12 mensen vermoordden. In naam van God!

Terreur, brute moord, koelbloedige afrekening, een machinegeweer gericht op een potlood, behoren tot de gruwelijkste misdaden die een mens kan plegen.

Grote eensgezindheid kenmerkt de vele reacties. De aanslag wordt beschouwd als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting, een van de kernwaarden van onze samenleving. United we must stand, klinkt van alle kanten.

Dat is meteen ook het beangstigende. Wanneer de massa eensgezind dezelfde kant op marcheert, is waakzaamheid geboden. De nuance raakt verloren en eer je er erg in hebt, slaat de communis opinio door naar de andere kant van extremisme. Marine Le Pen roept al over herinvoering van de doodstraf. In Nederland slaat de PVV zich op de borst met een Groot Gelijk. Beiden dragen fundamentalistisch en onvrij gedachtegoed uit. Ze zijn flink geholpen door de psychiatrische gevallen die de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo pleegden.

In naam van Grote Concepten, worden de ergste misdaden gepleegd. Moorden in naam van God. Oorlogen in naam der Vrijheid. Het is dezelfde munt die opgegooid wordt. Beide kanten gebruiken hetzelfde geweld, dezelfde retoriek, dragen dezelfde bivakmutsen.

Een houding ‘Wie niet met ons is, is tegen ons’ belemmert de echte dialoog. Of je nu God of Vrijheid in je vaandel hebt staan, zolang je niet bereid bent om je eigen paradigma’s en waarden tegen het licht te houden, kom je samen niet verder.

Wij bij nonfiXe staan voor Vrijheid en de Kracht van het Verschil. Wanneer we de hand in eigen boezem steken, ontdekken we dat iedere aanslag op vrijheid ons diep raakt. En voor moord bestaat geen excuus! Maar als we die vrijheid echt willen bevechten, moeten we degene die er een andere definitie aan geeft, daar vrij in laten. Dat is eng! Stel dat die ons vertrouwen misbruikt en ons onder het juk van zijn God brengt, onze vrijheid afpakt en ons monddood maakt. Omgekeerd geldt iets soortgelijks. Kortom, op deze manier komen we niet dichter bij vrede op aard.

E.F. Schumacher schreef over divergente problemen, onverenigbare waarden, zeg maar. Zoals die hierboven beschreven. Die los je niet op met technologie of regelgeving. Je lost ze op door er een brug tussen te bouwen. Vrijheid van meningsuiting en van godsdienst kunnen verenigd worden door broederschap. Broederschap is, naast vrijheid een van de drie waarden van de Franse natie. Broederschap is niet: ‘Kom erbij, doe als wij’. Broederschap is oprechte medemenselijkheid en nieuwsgierigheid naar de ander.

Broeders (en zusters) kunnen het krachtig oneens zijn zonder naar wapens of geweld te grijpen. Broederschap verenigt de atheïst met de gelovige. Niet door Eenheid te prediken, maar door Verschil te koesteren en wederzijds begrip te ontwikkelen. Het sociale kapitaal van een gemeenschap wordt bepaald door de mate van broederschap. Frankrijk draagt het begrip al sinds de Franse Revolutie met zich mee. Nu is het moment om daar meer dan ooit om gevolg aan te geven. Door ons allemaal. In diversity we stand as sisters & brothers. Against all forms of terror.

Caro Sicking voor nonfiXe

08.01.2015

Parkinson als levenskunst

Frank heeft al ruim tien jaar geleden de diagnose Parkinson gekregen. De man die ‘sneller typte dan god kan lezen’ raakt inmiddels bijna geen toets meer trefzeker. Hij heeft hulp gekregen van een spraakcomputer. Bovendien, hij legt zich niet neer bij wat zijn lot zou kunnen zijn. Frank heeft besloten om ‘Parkie’ te bestrijden middels neuroplasticiteit in combinatie met de nieuwste technologieën. Daartoe doet hij mentale en fysieke oefeningen. Hij promoveerde in april 2012 op duurzame ontwikkeling, voetbalt iedere zondag, praktiseert yoga en nordic walking.
Frank van Empel schreef bovenstaand verhaal voor de nieuwsbrief van het Parkinson Fonds in december 2014, vier maanden voordat hij een Deep Brain Stimulation behandeling onderging.

De ziekte van Parkinson brengt ellende en koude, maar ook vreugde en warmte. Zo was ik op bezoek bij vriend, notaris Reinier in Maastricht, die zijn kantoorruimte ter beschikking stelde van aanstormende kunstenaars. Er waren veel bekenden, vrienden ook. Er werd gedronken en gelachen. Er werden herinneringen gemaakt, opgehaald en begraven. En er werd ook bewonderd.

Wie van de vijf kunstenaars had welk schilderij gemaakt? Ik heb ze alle vijf gesproken. Vijf persoonlijkheden. Diverse karakters. Wat houdt hen bezig? En, hoe uiten ze dat? ‘Wie ooit de spiritualiteit die in hem zit, creatief gebruikt, is een kunstenaar,’ stond op het T-shirt dat ik die dag droeg. ‘Een kunst maken van het leven zelf, dat is het doel,’ zei een van mijn favoriete schrijvers, de Amerikaan Henry Miller. Kunst maken, daar ging het die dag om.

Parkinson was ook op de vernissage, maar niet dominant. In een omgeving waar je veel nieuwe indrukken opdoet, houdt de ziekte zich schuil. Tenzij er over hem gesproken wordt, want dan wordt Parkie zenuwachtig. Maar gelukkig werd hij ditmaal overal buiten gehouden. Mijn hand trilde dus niet, ook al was ik druk doende de hoeveelheid pillen terug te dringen, terwijl ik er eigenlijk meer moet hebben, vanwege de progressiviteit van Parkinson. Het is steeds zoeken naar een wankel evenwicht.

Zo gezellig als de opening van de tentoonstelling was, zo snel was het ook afgelopen. Een aantal vrienden, waarvan sommigen licht aangeschoten, besloot het feest voort te zetten tijdens een copieuze maaltijd. We slenterden wat door de stad, om het eerste het beste restaurant in te duiken. Naam en adres ben ik vergeten, maar niet het lieve gezicht met intense, blonde krullen en blauwe ogen, dat ons bediende. Het begon al met het innemen van de plaatsen. Zij schoof mijn stoel naar achteren en weer naar voren, in een vloeiende, hulpvaardige beweging.
‘Wat willen de heren en mevrouw drinken?’
‘Rode wijn, biertje, bier, bier, ik ook, graag.’
‘Wat heeft u allemaal in de tap zitten?’ wilde ik weten en er schoot een siddering door mijn armen naar beide handen. Waarop zij naast mij knielde, haar rechterhand op mijn knie legde en zacht en duidelijk een reeks biersoorten opsomde. Ik koos er een die ik lang niet op had: Gulpen Dort.
‘Ga ik voor zorgen, mijnheer.’
Weg was ze. Alle ogen gingen in mijn richting. Ik zag mijn vrienden denken: ‘Wat heeft hij dat wij niet hebben?’

Toen mijn nieuwe vriendin de bestelling kwam brengen, serveerde ze mij als eerste. Met dezelfde omfloerste stem, zei ze: ‘Alstublieft mijnheer, geniet er maar van.’
Tijdens het hoofdmenu ging dat zo door. Ik kreeg steeds een voorkeursbehandeling. De aap kwam pas uit de mouw na het dessert. Ik trok me even terug om de spreekwoordelijke neus te poederen. Terwijl ik weg was, boog de serveerster zich naar mijn vrouw en vroeg: ‘Heeft uw man Parkinson?’
‘Dat heb je goed gezien!’
‘Mijn vader heeft het ook, dus ik weet wat het is. Ik bewonder uw man. Hij gaat er zo normaal mee om. Alsof het een deel is van hemzelf.’

Toen ik de toilet uit kwam, stond degene met wie ik lief en leed deel al buiten met onze vrienden. De schone serveerster had haar fiets aan de hand. Ze glimlachte terwijl ze zei dat haar dienst er op zat. Nu ging ze bij haar vader langs.
‘Hij heeft net als u de ziekte van Parkinson,’ bekende ze mij nu ook.
Ik vertelde dat ik de diagnose ruim 10 jaar geleden hoorde en zo mijn moeilijke tijden ken, maar dat ik een heilige overtuiging heb: het gebeurt allemaal in je hoofd! Het gaat er niet zozeer om welke akelige symptomen je allemaal wel of niet hebt, maar hoe je daar mee omgaat. Het heeft geen zin om de schuld aan de omgeving of de omstandigheden te geven. De kunst is om de ziekte van Parkinson te integreren in je normale bezigheden, parafraseerde ik Henry Miller.
‘Juist,’ reageerde het meisje.
‘Als je graag voetbalt, blijf dan vooral voetballen. Als je graag gitaar speelt, ga dan vooral gitaar spelen en kies steeds moeilijker stukken uit, die steeds meer bevrediging geven als je erin slaagt om ze te spelen.’
‘Mijn vader probeert hetzelfde. Ik ga vaak naar hem toe, dan wandelen we een stukje of hij speelt piano voor me.’
Ze gaf me een kus op mijn wang. Toen reed ze weg, de schemering van de stad in. Mijn gezelschap stond er getroffen bij.
‘Wat mooi,’ zei een van de vrienden. ‘Hier kunnen we allemaal van leren. Het motto is: Verstop je niet. Zoek het avontuur. Beweeg en eet gezond. Slaap zoveel mogelijk en droom de mooiste dromen. Maak van je beperking een kunst, een levenskunst.’

Bijzondere ontmoetingen als deze heb ik vaak.

Veel mensen staan klaar om mij te helpen en hebben mij lief, dankzij de ziekte. Ik ben milder geworden, misschien heeft dat er wel mee te maken.

De ziekte van Parkinson is een groot avontuur; aan het begin van de dag weet je nog niet of je ’s avonds met plezier of vol afgrijzen terug zult denken. Maar geldt dat niet voor alle levens van alle mensen?

Parkinson is niet zozeer overleven, als wel het gewone leven, weliswaar met een handicap, maar die hebben de beste golfers ook.

Frank van Empel voor het Parkinson Fonds, december 2014

15824_967421066609985_1135321173458423563_n

Update: Op Wereld Parkinsondag zaterdag 11 april 2015, presenteerde John Jansen van Galen de uitgave Parkinson Hotel door Frank van Empel. Een feestje met live muziek van Kasba in kleine bezetting en een toelichting over de ziekte van Parkinson door Dr. Chris van der Linden. In Theater de Speeldoos, Vught.

WereldParkinson Dag 11 april 2015In februari 2016 vond de try-out plaats van Parkinson Hotel Project bij MFA Het Spoor in Tilburg. Bijeenkomst voor, door en met mensen met Parkinson en hun naasten.
Doel: emancipatie en verbetering van kwaliteit van leven.

Daarna volgt een kleine tournee. Hier staat de agenda – toegang gratis

Brabants Centrum PHP 020616

Iedereen kent het trillen, de stijfheid en traagheid waar mensen met deZiekte van Parkinson mee kampen. Minder bekend zijn de psychische veranderingen. Als je je daarvan bewust bent, kun je ermee leren omgaan. Dat geldt voor degene met Parkinson én voor diens omgeving.

Initiatiefnemer en schrijver van ‘Parkinson Hotel’, Frank van Empel, vecht al 12 jaar tegen zijn ongenode gast. Hij heeft met Sami El Ghousli, Khalid Jakhlal, Dieter van der Westen van de Marokkaans Nederlandse band Kasba en Caro Sicking een programma ontwikkeld: muziek en dans, persoonlijke verhalen, videobeelden, uitnodigend om mee te doen en contact te leggen.


Evenement foto juli

 

Impressies van Parkinson Hotel Project 2016

 

 

 

Mede mogelijk gemaakt door: Fonds Sluyterman van Loo, RCOAK, Bergmansfonds, CZ fonds

Recensie Wat de Hel!

Stéfanie André op Leesfanaten over ‘Wat de Hel!’

‘Wat de Hel!’ speelt zich af in Nederland in de nabije toekomst. Een tijd waarin (demente) ouderen worden gechipt (zodat je ze makkelijk terug kunt vinden), waarin iedereen verplicht een huissleutel bij de politie in moet leveren en waarin geld voor de familie van Lisette en Pia het allerbelangrijkst is.

Lisette is dementerend, maar heeft haar heldere momenten en die schrijft ze op in haar “Niet Vergeten Schrift”. Als ze uit het bejaardentehuis ontsnapt, vindt haar dochter Pia dit schrift en komt erachter dat haar moeder minder dement is dan ze dachten. Ze wil haar graag helpen, maar dan moet ze haar eerst vinden. Op haar ontsnappingstocht ontmoet Lisette verschillende aardige, en minder aardige mensen. Zo komt ze in Londen Samya tegen. Samya is een Nigeriaanse vluchtelinge die Nederland uit was gezet omdat ze gelogen had tegen de Immigratie en Naturalisatie Dienst. Lisette en Samya worden vriendinnen en proberen samen terug naar Nederland te komen.

Caro Sicking heeft met ‘Wat de hel’ een interessant boek geschreven over de Nederlandse samenleving zoals die kan worden als we de huidige koers blijven volgen. Het is dan ook een boek vol maatschappijkritiek. Sicking schetst een beeld van een samenleving waarin iedereen die anders is niet meer welkom is. Of dat nu een oude vrouw is die dement begint te worden en daardoor niet meer functioneert, een dochter die haar baan opzegt om voor haar moeder te zorgen of een vluchtelinge die in Nederland een bestaan probeert op te bouwen. Het is bijzonder hoe deze drie verhaallijnen – eigenlijk levenslijnen – samenkomen in het boek.

Het is wel even wennen aan de schrijfstijl van het boek, vooral de eerste pagina’s zijn erg verwarrend en lijken wat “duur” geschreven. Gelukkig wordt het verhaal leesbaarder als het verder komt. De auteur gebruikt korte zinnen en hoofdstukken, waarbij de personages elkaar afwisselen. Hierdoor blijf je geboeid. Ondanks het leuke idee van het boek wordt het op een gegeven moment wel wat herhalend. Het boek is hierdoor minder vernieuwend dan wat mogelijk zou zijn.

Gedeeld van leesfanaten: http://leesfanaten.nl/romans/2313-caro-sicking-wat-de-hel

lees het 1e hoofdstuk Wat de Hel! tweede druk, 2014 

Bestel Wat de Hel!

ISBN: 978.94.90665.128 / Prijs: € 17,50

Wat de Hel! op je e-reader

ISBN: 978.94.90665.005 / Prijs: € 4,95

nonfiXe, 02.04.2014

Child for Sale

Modern-day slavery goes beyond sex-trafficking. Up to three generations of a family, including small children, are in bondage and forced to work long hours under hazardous circumstances without pay.

On August 4th 2012 the Guardian published an article on child trafficking in India: 200.000 kids are sold by their parents to known traffickers, every year. The reason: poverty. Many of these children are destined for child labour.

Caro Sicking for nonfiXe

Child labour is defined different from child employment. The International Labour Organisation (ILO) estimates the amount of child labourers up to 215 million[1]. ‘These children, roughly 70 per cent of all “children in employment” (306 million), are classified as child labourers because they are either under the minimum age for work or above that age and engaged in work that poses a threat to their health, safety or morals, or are subject to conditions of forced labour. The number of children in child labour has continued its declining trend, falling by 3 per cent between 2004 and 2008. The corresponding incidence rate declined from 14.2 per cent to 13.6 per cent.’

In the summary of the same report the ILO writes: ‘However, the critical fight against child labour has to be won in South Asia, where the greatest numbers of child labourers are to be found. Often it is the poverty of policy rather than poverty itself that keeps the mass of children out of school and in child labour.’

ILO here expresses a faith in policy-makers. Policy can change the lives of people. In a sense this is absolutely correct. Honest and true democrats can make a change. In reality however, they almost never do. Either policy-makers are corrupt, oppressing those lower in rank and status, or they end up writing notes, shaking hands, signing covenants that do not emerge from the paper they are written on. Change needs commitment, the commitment of all involved from the bottom to the top.

In the Indian region Bihar half the population lives under the poverty line. Especially single mothers endure hardship. Unable to feed their offspring, the only solution appears to be to sell one of the kids to a trafficker.

The Guardian: ‘Anjura Khatun [mother] knew what to do. The next time the child trafficker came to the village, they agreed a price. A few days later, Azam [son] was on a train to Delhi.’ Azam was seven years old and had to become the breadwinner of the family. His mother got some money in advance. Since then he worked long days of hard labour in one of Delhi’s multiple sweatshops and never got paid again.

Please note the phrase: ‘the next time the child trafficker came’. It implies that it is rather common to sell your child to a (known!) trafficker as if a kid were a commodity, like fruit or vegetables: ‘Child for sale’.

In other words, child labour and child slavery are a cultural accepted phenomenon.

India is under increasing international pressure to end child labour (an estimated half million children under 14 year work as slaves in Delhi’s sweatshops) and has been quite successful in decreasing child labour in some regions, according to the International Labour Organisation (ILO).  Right now the Minister of Labour is preparing a national law to ban child labour. Activists stir the milk as well. The activist group Bachpan Bachao Andolan (Save the Childhood Movement) lately freed a number of young boys from traffickers. The families were not happy to have their sons returned home: another mouth to feed.

Next to Bihar lays the region Uttar Pradesh that according to Benjamin Skinner contains 8% of the world’s poor. Here Skinner, undercover writer who researched the so-called flesh trade from deep within, met the forty-six year old Gonoo. ‘The man had no fingerprints,’ Skinner writes in ‘A Crime So Monstrous’, his devastating reportage on modern-day slavery. Gonoo had no fingerprints left due to smashing rock with a hammer and iron pike, after which he had to load the sand and gravel to trucks. Each and every family in the pit hole called Lohagara Dhal where Skinner met Gonoo, worked in bondage for the owner of the quarry. This man, called Ramesh Garg, was one of the wealthiest in the region. Skinner: ‘Every single man, woman and child in Lohagara Dhal was a slave. But in theory, Garg neither bought nor owned them. In theory, the slaves were working off debts to Garg. For many, the debts had started under $10. But interest accrued at over 100 per cent annually here. One hundred of the 150 families in the village had debts that spanned at least two generations. […] The seed of Gonoo’s slavery was a loan of 62 cents. In 1958 his grandfather had borrowed that amount from the owner of a farm where he worked, to pay the meager bride-price of Gonoo’s mother. Three generations and three slave-masters later, Gonoo’s family was still in bondage.’[2]

On a lucky day for Gonoo, his master Garg killed one man too many, or – which is a better explanation – he killed the wrong man. Instead of the quite usual slaying of an ‘untouchable’ a member of the low caste Dalit – the caste Gonoo and most villagers belonged to and nobody cares about – Garg had killed a peer, a Brahmin. The murderer had to run for his life, police and the family of the diseased where both after him. Now Gonoo was free??

Not quite. Skinner: ‘When I called a Sankalp[3] organizer a year later, he said they had been working with Lohagara Dhal. Ramesh Garg had never returned, but the village was a challenge to organize, as he had been the most brutal contractor in Shankargarh, and the terror of the slaves ran deep.’

Skinners’ book was published in 2008. It should have caused an earthquake in the policy-making scenes. It should have been read by every policeman or woman, every employee of every migration service, it should have broken the chains of modern-day slaves. But it didn’t. Still every day men, women and children are enslaved, abused and in bondage. And they keep silent, just like Gonoo, out of terror.

According to the head of the UN office of Drugs and Crime, Yuri Fedotov, 2.4 million people are trafficked each year worldwide. The amount of money circling in the crime scene adds up to $US 32 billion, which is more then drug dealers divide among themselves.

To end slavery, apart from fair legislation that is actually implemented, poverty needs to be erased and emancipation of the poor is required. Healthy food, clean water, shelter, clothing, education, health care and the opportunity to provide in one’s own needs through fair labour are among the needs of billions of people and in the interest of most others who want to live in a peaceful world. Amartya Sen, Nobel price winner, economist and philosopher, offered the world his capability approach. In short it is quite simple: each individual is entitled and supported to develop him- or herself to the fullest, to become who he or she is. Each man, woman and child has the right to be free and to develop their talent.

Utopia? Not necessarily. Large companies have clout and organizational capacity, more and more continuously than most elected politicians have. They also have a world to win: the creating of a new market in the now poor and undeveloped areas. Make it a sustainable new market, with gains for People, Planet & Profit where all win through shared value.

nonfiXe, August 16, 2012


[1] Global ILO report 2010, Accelerating Action against Child Labour

[2] E. Benjamin Skinner, A Crime So Monstrous, Mainstream Publishing, 2008, p239

[3] Sankalp was formed in 1994 by social activists drawn from the J.P. (Jayaprakash Narayan) Movement. It works with the silica mineworkers of Shankargarh to make their lives better.