Het faillissement van een bot land

Medewerkers van het Ministerie van Justitie, die werkzaam zijn in ‘de keten oppakken, vastzetten, uitzetten’ zijn meedogenloos in hun verhoren, en wassen hun handen in onschuld na afloop.

 

Ondergang van de rechtsstaat in 2 bedrijven

While Albinus was speaking, Pilate’s face grew gloomy, but not a tear fell from his eyes, and after a little while he said: ‘It seems that Fate has thus decreed it, Albinus!’

Albinus: ‘That might be so, but surely it does not remove from you the responsibility. Fate we do not know. Our duties are known to us, and we ought to perform them right. But you did not do so in the case of Jesus. You committed things which will offend the gods and men.’

(Beshara Shehadi, The Confession of Pontius Pilate)

Een tragedie in twee bedrijven. Afspiegeling van de macabere werkelijkheid in de notitieblokken van nonfiXe.

Plaats van handeling: Dienst Terugkeer en Vertrek, pal naast de gevangenis aan de Ringbaan Zuid in Tilburg.

Tijd van handeling: 11 september

Hoofdrol: medewerker B van de Dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Justitie (<<).

Turbo: twee leden van de Vreemdelingenpolitie.

Bijrollen:

  • uitgeprocedeerde Asielzoeker van het Nederlands-Ethiopische jeugdcircus Afrisinia. Hij krijgt nauwelijks het woord (>>).
  • de advocaat Piet Hein Hillen uit Tilburg (>>>>)
  • de tolk

Figuranten:

  • een vertegenwoordiger van COA, die zegt als toehoorder aanwezig te zijn. ‘Wij volgen deze zaak met grote belangstelling’
  • twee bestuursleden van de Stichting Afrisinia, Steun en Toeverlaat

Betekenis terminologie & afkortingen:

  • IOM = International Organization for Migration. De IOM biedt in Nederland verblijvende vreemdelingen hulp bij migratie, remigratie, doormigratie en gezinshereniging.
  • COA = Centraal orgaan Opvang Asielzoekers. De COA vangt namens het Ministerie van Justitie asielzoekers op, geeft hen onderdak en te eten.
  • Onaangedaan = ijskoud, koel, koelbloedig, koud, koudweg, onbewogen, ongeroerd, ongevoelig, onhartstochtelijk, stoïcijns, ongestoord, onberoerd, niet getroffen, niet geroerd, lauw.
  • Maatregel = minimaal 1x daags stempelen in de VBL Vlagtwedde
  • VBL = Vrijheids Beperkende Locatie

Bedrijf 1

(Doek op)

Koffie, voorstellen en handen schudden in de hal. Medewerker B doet zich voor als een joviale gastheer.

Mis! De jovialiteit is een vermomming die al snel verandert in een battle dress. Onaangedaan geselt B enkele minuten later de Asielzoeker met een stortregen aan heldere en krachtige, niet mis te verstane woorden. Stoere taal in de oren van veel Nederlanders. Een associatie met terreur in die van rechtschapen Nederlandse burgers met gevoel voor de medemens. Je hoeft geen kenner van Kant of Derrida te zijn om te walgen van het Nederlandse asielbeleid. Ben je dat wel, dan staan de volgende zinnen gelijk aan het fusilleren van onschuldige burgers in een ongelijke strijd van gewapende geweldenaren tegen ongewapende en ook nog geboeide slachtoffers. Voor nonfiXe en andere ijveraars voor integratie van vluchtelingen wordt op deze ochtend, vrijdag 11 september – 9/11 – het faillissement van de Rechtsstaat Nederland uitgesproken.

B, koude stem, glaszuivere articulatie (je hoort de tong tegen het gehemelte drukken en ziet de wangen draaiende bewegingen maken):

<<  ‘U bent ver-wij-der-baar uit Neder-land.

‘U bent illegaal!

‘U heeft de verantwoordelijkheid en de verplichting Nederland te verlaten, omdat u geen rechtmatig verblijf heeft. Heeft u dat begréepen?’

(De blingbling armband rinkelt om zijn pols terwijl hij driftig en met grote hanenpoten aantekeningen maakt van zijn eigen woorden. Een gouden ring om zijn rechterpink. De brede bovenarmen verraden veelvuldig bezoek aan een sportschool. De monoloog wordt uitgesproken als een koud dictaat.)

<< ‘Als u er voor kiest om zelfstandig uw terugkeer te regelen, dan wijst de Dienst Terugkeer en Vertrek u op IOM. Als u zegt: ‘Ik wil Nederland niet verlaten, dan gaan we u in samenwerking met de politie vastzetten en uitzetten.’ (overdreven articulatie, de zin drijft langzaam uit, de toon wordt zachter, het dreigement scherper)‘Wat heeft u daarop te zeggen?’

>> ‘ Ik wil op dit moment meewerken, maar wil eigenlijk wachten op terugkeer van de groep waarvan ik deel uitmaak en met wie ik hier gekomen ben en asiel heb aangevraagd’.

<< ‘De rest van de groep is niet illegaal. U bent illegaal. Daarom ligt de verplichting om te vertrekken bij u. Ú heeft geen grond voor een rechtmatig verblijf. Een deel van de groep heeft dat wél. Zij kunnen ervoor kiezen om met ú mee te gaan. Als u dat met de anderen bespreekt, behoort dat zeker tot de mogelijkheden. Als u uw vertrek niet gaat regelen, bent ú degene die opgepakt gaat worden door de Vreemdelingenpolitie. Als u zegt: “ik wil meewerken”, dan moet u daar ook per ommegaande gehoor aan geven door een afspraak met de IOM te maken. Dan weten de Vreemdelingenpolitie, de COA en de overige ketenpartners dat u bezig bent uw terugkeer te regelen. De Dienst Terugkeer en Vertrek kan u faciliteren door u te plaatsen in een verblijflocatie. IOM en Vreemdelingenpolitie zullen er ter plekke op toezien dat u uw vertrek regelt. De voorzieningen zijn ongeveer zoals u die heeft gehad van de COA.’

>>>> ‘Die verblijflocatie, is dat Vlagtwedde?

<<   ‘Ik was nog niet klaar met informatie geven. Inderdaad, dat is 12 weken Vlagtwedde. Deze 12 weken zijn geen Wet van Meden en Perzen. Als u bezig bent met het regelen van uw vertrek, dan hoeft uw verblijf niet exact 12 weken te duren. De meldplicht bepaalt de Vreemdelingen politie ter plekke. U bent vrij in uw beweging, zolang u zich maar aan de meldplicht houdt. Die meldplicht is er om er zeker van te zijn dat u in de buurt bent als één van de ketenpartners u wil spreken.’

>>>> ‘Plaatsing in Vlagtwedde gebeurt toch op grond van een maatregel..!?’

<<  ‘Als iemand zegt: “Ja, ik wil”, dan wordt de maatregel verplicht opgelegd. Mijnheer wordt in de gelegenheid gesteld om zijn terugkeer in een verblijflocatie te regelen.’

<< ‘Waar is uw paspoort?’

>>  ‘Thuis’.

<<  ‘Waar is thuis?’

>>  ‘Den Bosch. Een woning die we eerder als alternatief voor overplaatsing naar Bellingwolde aanmerkten.’

(Het doek valt en gaat meteen weer omhoog)

Bedrijf 2

Een bode komt binnen. ‘Mijnheer B, er zijn mensen voor u’.

<< (veinzend) ‘Heb ik een afspraak dan?’

B doet alsof er per abuis een dubbele afspraak gemaakt is. Hij verontschuldigt zich en loopt de kamer uit. Even later komt hij terug in het gezelschap van een man en een vrouw van de Vreemdelingenpolitie om de strop flink aan te halen en de Asielzoeker te intimideren. Hier is overduidelijk sprake van coördinatie. De keten oppakken, vastzetten en uitzetten wordt van hogerhand aangestuurd, meent de advocaat. Hij heeft nog nooit meegemaakt dat de Dienst Terugkeer en Vertrek al tijdens een eerste gesprek zo van leer trok. ‘B is één van de beteren hier. Anders doet hij nooit zo. Hij heeft z’n orders. Dat is zeker. We hebben kennelijk op een paar gevoelige tenen getrapt.’ Een hint in de richting van de door Afrisinia gewonnen rechtszaak, die COA een paar weken eerder tegen de Ethiopische jongeren heeft aangespannen. COA wilde tien oudere jongeren van de groep overplaatsen naar het verre Bellingwolde, met Vlagtwedde (Ter Apel) het Siberië voor asielzoekers.)

B informeert en passant nog even of de  Asielzoeker is ingeschreven bij de gemeente. ‘Nee,’ antwoorden Steun en Toeverlaat. ‘Stichting Afrisinia heeft zich voor hem garant gesteld. Dat moet voldoende zijn’.

Een slanke man en een ietwat gezette vrouw treden binnen. Ze komen met een oekaze van hogerhand. Die is zo duidelijk als wat, dus lang hoeven ze niet te blijven. De 12 weken Vlagtwedde van B krimpen vliegensvlug in tot 14 dagen.

<<<< Vrouw (Vreemdelingenpolitie): ‘Mijnheer is illegaal. U moet binnen 14 dagen Nederland verlaten.’

(Vreemdelingenpolitie af.)

De uitsmijter is zo ongepast, dat het haast humoristisch is:

<< ‘Ik wens u, van mens tot mens, en als medewerker van de Dienst Terugkeer & Vertrek, veel succes in uw verdere leven.’ (zijn wangen rollen over het gezicht) ‘Wat vond u van dit gesprek?’

B sluit af zoals hij begon: handen schuddend. Alsof er niks gebeurd is, alsof er niks gezegd is. Zijn woorden galmen na in het lijf van de Asielzoeker als inzakkende gebouwen na een bombardement. Buiten rookt B een sigaretje bij de rookpaal. Hij kijkt onbevangen naar de grijze lucht, alsof hij zelf niet verantwoordelijk is voor de kogels die hij net op de ongewapende Asielzoeker heeft afgevuurd. En dan ook nog vragen: ‘Hoe voelt u zich nu?’ Zo wreed was zelfs Pontius Pilatus niet. Die waste zijn handen in onschuld, maar ging niet voor de gekruisigde Jezus staan om die met een vette grijns op het ongeschoren gezicht toe te voegen: ‘Voelt dat lekker, die nagels door je handen en voeten?’

Epiloog

While Albinus was speaking, Pilate’s face grew gloomy, but not a tear fell from his eyes, and after a little while he said: ‘It seems that Fate has thus decreed it, Albinus!’

Albinus: ‘That might be so, but surely it does not remove from you the responsibility. Fate we do not know. Our duties are known to us, and we ought to perform them right. But you did not do so in the case of Jesus. You committed things which will offend the gods and men.’

(Beshara Shehadi, The Confession of Pontius Pilate)

©nonfiXe, 11 september 2009

Brief van de Dienst Terugkeer en Vertrek

Op verzoek van de algemeen directeur van de Dienst Terugkeer en Vertrek is de naam van de medewerker uit dit verhaal gehaald. Wij zijn het in zoverre met hem eens, dat de DT&V regeringsbeleid uitvoert en individuele medewerkers niet op het schavot hoeven te belanden. Wat blijft is de persoonlijke verantwoordelijkheid van ieder mens. Dat kun je niet afdoen met de simpele redenering: ik voer de wet uit en het is nu eenmaal mijn werk.

Afrisinia tussen de slopers

Eindelijk heeft COA op papier gezet waarom Afrisinia gesplitst moet worden. In diverse kranten, waaronder de Volkskrant, lezen we steeds andere redeneringen van het orgaan. Vrijdag 21 juli beslist de rechter in Breda. Ondertussen verblijven de jongeren in een AZC dat om hen heen gesloopt wordt.

Afrisinia zit in Dongen op het verlaten terrein van het AZC.

Afrisinia, Festival Mundial, Tilburg, 2009

De tien jongeren verblijven tussen de sloopwerkzaamheden. Ze willen wel weg. Graag. Het is geen lolletje om alleen daar te zitten, achter een hek met bewaking, zonder wasmachine en zonder televisie. Maar het alternatief dat COA hen biedt, 300 kilometer ver weg van de minderjarigen van de groep is een No Go.

De kinderen zijn met elkaar opgegroeid. Een aantal van hen leefde als wees in de straten van Addis Abeba. Ook in de hoofdstad van Ethiopië waren ze al op elkaar aangewezen. Zij vormen een familie. Ze hebben tezamen asiel aangevraagd in Nederland, twee jaar en 3 maanden geleden. Ze trainen en geven shows als jeugdcircus. Om een menselijke piramide te bouwen, moet je goed weten op welke schouder je je voet plaatst.

Nu wil COA hen vier uur en drie kwartier reizen van elkaar scheiden. Dat is dood in de pot. Dit terwijl Stichting Afrisinia aanbood om de kinderen te huisvesten.

Tweekoppig model van COA

Waarom gaat COA niet op dit voorstel in? Het duurde bijna vier weken voordat het orgaan haar beslissing motiveerde. Als eerste reden wordt genoemd dat de opvang van asielzoekers een tweekoppig model kent: oriëntatie en terugkeer. Dat komt tot uiting in de wijze van opvang. De vluchteling moet namelijk wel duidelijk voelen dat ‘niet toelaten betekent dat hij/zij terugkeert’. Dit signaal wordt gegeven na een eerste negatieve beschikking van de IND. In de Terugkeercentra zijn de voorzieningen ‘anders’. Hoe ‘anders’ beschrijft COA niet. Maar uit mondelinge informatie blijkt dat er ‘terugkeergesprekken’ gehouden worden in dergelijke AZC’s die over het algemeen ver van een bebouwde kom liggen. Voor zover het beleid beschreven staat op de COA website, gaat het erover dat het ‘humaan’ is om mensen duidelijkheid te bieden. Voor zover wij kunnen beoordelen, worden vluchtelingen steeds verder doorgeschoven naar de randen van Nederland waar ze zonder protest door Nederlanders (want uit zicht) teruggestuurd kunnen worden.

In Den Bosch huist de Dienst Terugkeer en Vertrek. Dat is de club die de terugkeergesprekken voert. Afrisinia kan dus heel goed vanuit Den Bosch voorbereid worden op eventuele terugkeer.

Zo’n gesprek hebben wij overigens een keer bijgewoond en het heeft niet veel meer om het lijf dan de vluchteling wijzen op het bestaan van het IOM en vragen of de vluchteling van plan is om mee te werken. Als hij of zij dat niet doet, komt de vreemdelingenpolitie in actie en wordt de ‘vreemdeling’ in bewaring gesteld (in de gevangenis gezet). Het woord vreemdeling wordt gebruikt omdat ‘vluchteling’ juridische erkenning van je asielrelaas betekent.

Door de scheiding van machten, IND – COA – Dienst Terugkeer en Vertrek, kunnen de ‘functionarissen’ van die instanties zich voortdurend verschuilen achter een instituut. ‘Ik vind het heel erg voor je, maar ik kan er niets aan doen,’ is een veelgehoorde uitspraak.

COA schrijft in de dagvaarding aan Afrisinia dat ze bevoegd is om te bepalen of iemand wordt overgeplaatst. Dat betekent dat COA dus gewoon akkoord had kunnen gaan met het voorstel van Stichting Afrisinia om administratief uit te plaatsen! Temeer omdat verderop staat geschreven dat: ‘De door het COA verleende opvang is bedoeld om asielzoekers in het kader van de asielprocedure onderdak te verschaffen indien zij daarin zelf niet kunnen voorzien en om hen in het kader van het onderzoek naar hun asielaanvraag voor de IND beschikbaar te houden’. Afrisinia kan in eigen onderdak voorzien! Ook aan dat laatste voldoet Afrisinia door in Den Bosch of Vught te stempelen.

Vervolgens wordt zonder enige schaamte vermeld dat COA loopbrieven en andere documenten uitreikte aan de leden van Afrisinia, zonder met een beschikking te komen. Ook het ongemotiveerde Voornemen volgde pas op 29 juli (twee weken na de mededeling dat tien artiesten van de zestien naar Groningen moesten).

Samen trainen is geen reden om samen te blijven, vindt COA. Over de hechte emotionele band, over de rapporten van NIDOS (voogd van de minderjarigen) waarin staat dat de groep functioneert als een familie, rept COA met geen woord.

Wel heeft het orgaan opeens haast, daarom is tot een kort geding besloten, in plaats van een bodemprocedure. Het AZC Dongen moet immers leeg opgeleverd worden aan de gemeente.

Afrisinia, zestien jongeren afkomstig uit een dictatuur, die zijn misbruikt, mishandeld, verkracht en onderdrukt in hun land van herkomst, is de dupe van koele redeneringen over gelijkheidsprincipes en gerechtelijke procedures. Ook al schuift de IND op in haar mening over Ethiopië. Ook al is het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken met een nieuw ambtsbericht gekomen, waaruit wel degelijk blijkt hoe gevaarlijk terugkeer naar de hoorn van Afrika kan zijn. De IND kan NIET uitsluiten dat de jongeren gevaar lopen als ze uitgezet worden. Dat wordt en passant tijdens de laatste zitting gezegd. Hierover staat meer in het artikel: ‘Russisch Roulette voor asielzoekers’ op deze site.

De bureaucratie is een traag monster……

nonfiXe

17 augustus 2009

Thuis, het verhaal van C

Eind 2001 interviewden Frank van Empel en Caro Sicking dak- en thuisloze mensen die waren opgevangen door Stichting de Rotonde in Amersfoort. De interviews zijn gepubliceerd in het boekje Thuis. Enkele verhalen halen we hier terug. Ze laten zien hoe kwetsbaar én hoe krachtig mensen kunnen zijn.

Alsof het een ander betreft

Voordat ik begin te vertellen, moet ik zeggen dat ik erg veel moeite heb met jaartallen en chronologische volgordes. Ik kan het verhaal vertellen als ik achter mezelf ga staan. Ik vertel dan een verhaal, zonder me de beelden voor de geest te halen. Ik vertel emotieloos alsof het iemand anders betreft. Ik praat niet van de pijn en moet me erg concentreren om die uit mijn lijf te houden. Ik hoop dat je me dat kunt vergeven, want ik wil dat mensen dit weten. Ik wil dat mensen weten wat er is gebeurd, zodat het misschien anderen niet overkomt. Of, als het ze overkomt, dat er mensen zijn die begrijpen en kunnen helpen, zoals de Rotonde mij heeft geholpen. Daar heb ik thuis gevoeld, warmte gekregen. Maar dat komt later.

Ik was een lovechild, nogal eufemistisch, want mijn geboorte bracht schande over de familie. Mijn moeder was ongetrouwd en kwam uit een zogezegd ‘goed’ milieu. Mijn vader heb ik pas toen ik 18 was een keer opgezocht. Het klikte niet. hij zit vol leugens. Daar kan ik niets mee. Ik heb gehoord dat hij en mijn moeder wel van plan waren te trouwen, maar zij kwam er op terug. Hij sloeg haar. Hij was erg gewelddadig. Onderweg naar het stadhuis om in ondertrouw te gaan, sloeg hij haar en schopte in haar buik. Zij was toen zwanger van mij. Toen is ze omgedraaid. Ze heeft hem gezegd ‘ik trouw niet met jou’.

Mezelf opgesplitst en in allerlei verschillende doosjes gestopt

De eerste tweeënhalf jaar ben ik opgegroeid bij mijn Opa en Oma. Daarna ontmoette mijn moeder een Engelsman en wij vertrokken gedrieën naar Wales. In Wales leefden we op een erg afgelegen plek. We hadden geen televisie en geen telefoon, wel muziek. Ik herinner me vooral Bob Dylan. Ik ben er naar school gegaan. In Wales zijn mijn twee broers en mijn zusje geboren, halfbroers en halfzus dus eigenlijk. Met mijn oudste broer heb ik geen contact meer. Hij is geestelijk ziek. De andere twee zie ik nog wel. Ik vertel ze weinig over mezelf, maar het is altijd wel gezellig als ze er zijn.

Mijn stiefvader bleek een gek. Hij misbruikte en mishandelde mij en mijn oudste broer. Mijn jongste broer en zusje waren nog heel klein. Hen heeft hij niets gedaan. Wat hij allemaal deed? Daar kan ik weinig over zeggen, maar hij mishandelde me, fysiek en psychisch, en misbruikte me. Als ik details moet vertellen komt het allemaal weer heel dichtbij. Ik leer dat wel in therapie, maar zover ben ik nu nog niet dat ik dat in mijn verhaal kan vertellen. Ik kan je wel zeggen dat ik in de tien jaar dat wij bij hem woonden een meervoudige persoonlijkheid heb ontwikkeld. Dat moest ik wel, anders was ik gek geworden. Zo herinner ik me nog heel goed dat ik als kind vaak bang was, maar niet wist waarvoor ik bang was. Eigenlijk heb ik mezelf opgesplitst en in allerlei verschillende doosjes gestopt. De herinneringen zitten ook verdeeld over die doosjes, horen bij dat stukje ‘ik’ dat aanwezig was tijdens de gebeurtenissen. Vandaar ook dat ik er soms niet bij kan of durf te komen. Toch gebeurt het soms opeens dat een dekseltje van een doosje schiet, door een geur of beeld of zo. Dan flitst een herinnering door mijn hoofd, als een klein filmpje. Dat kan me overvallen.

Later heb ik geleerd dat dissociatie, de officiële naam voor deze stoornis, een afweermechanisme is. Een natuurlijke bescherming van de geest tegen traumatische ervaringen. Dissociatie helpt je te overleven, zorgt ervoor dat je niet gek wordt. Nu wordt het weer tijd om die muur van bescherming af te breken, omdat die in een gezond leven wel in de weg staat. Dat is echter een moeizaam en zwaar proces. Met mijn broer is het anders gelopen. Hij is nu schizofreen, een overigens erfelijke ziekte, waaraan de moeder van mijn stiefvader, zijn oma dus, ook onder leed. Mijn stiefvader was ook een mishandeld kind. Je ziet dat vaak, generaties die ellende overleveren. Ook mijn moeder blijkt te zijn misbruikt toen ze nog een kind was, door een oom of zo. Mijn tante heeft me dat verteld. Bij mij stopt het echter. Ik heb twee kinderen. Ik zal hen nooit iets aandoen.

Al laat je ellende achter, het is wel de ellende die je gewend bent

Na tien jaren in Wales vluchtte mijn moeder weg bij die verschrikkelijke man. Niet voor ons hoor, voor zichzelf. Ze was het zat in Wales. Zij mocht ook niets van die man. Zo mocht ze bijvoorbeeld geen bezoek ontvangen. Ze hadden veel ruzies. Mijn moeder is niet zo’n schreeuwer. Ze sprak dan gewoon dagenlang niet tegen hem. Bij mijn weten heeft mijn stiefvader háár nooit geslagen.

Via diverse vakantiehuisjes, kwamen we in een flat terecht. Ik vond het daar verschrikkelijk. Ik was ruimte gewend en werd opeens opgesloten in een blokkendoos met boven en onder, links en rechts van me mensen. Bovendien, ook al laat je ellende achter, het is wel de ellende die je gewend bent.

In Engeland heerste een streng regime in huis. Ik mocht bijna niets. Terug in Nederland, zo ongeveer dertien jaar oud, sloeg ik helemaal door. Ik blowde en dronk. Ging uit tot laat in de nacht. Regelmatig kwam ik dronken thuis. Ik deed allerlei dingen waar een kind van dertien normaal gesproken niet eens aan denkt. Mijn moeder reageerde hier totaal niet op. Het liet haar koud, zo leek het mij. Na een jaar op deze manier geprobeerd te hebben aandacht en een bewijs van liefde van mijn moeder te krijgen, gaf ik het op. Ik besloot dat ik volledige controle over mezelf wilde en liep weg. Tussen mijn veertiende en vijftiende jaar leefde ik op straat en gebruikte mannen zoals zij mij in het verleden hadden gebruikt. Althans dat dacht ik. Ik sliep met ze voor onderdak en geld en was in de veronderstelling dat ik nu de macht over mezelf terug had. Uit die periode zijn er veel blanke vlekken in mijn geheugen. Er zit nog veel in doosjes waarvan de deksel ongeopend is.

Ik schaam me dat ik er telkens weer in trap

Politie pakte me op. Ik werd naar een jeugdopvang in Utrecht gebracht. Maatschappelijk werk praatte met me, maar ik vertelde hen niets. Zij dachten waarschijnlijk dat ik gewoon een lastige puber was. Ik kon kiezen, naar een internaat of terug naar huis. Ik koos voor het laatste. Eenmaal weer bij mijn moeder, zette ik mijn oude leventje voort. Ik kreeg een vriendje, nu zou ik zeggen een heel naar vriendje. Ik trok vaak de verkeerde mensen aan. Ik zocht ze op, het was wat ik kende. Er zijn ook mannen die feilloos aanvoelen over welke vrouwen ze volledige controle kunnen uitoefenen, van wie ze misbruik kunnen maken. Het is mij al een paar keer overkomen. Ik schaam me dat ik er telkens weer in trap. Toch denk ik dat het me nu minder snel zal overkomen. Ik laat mensen niet meer zo snel dichtbij komen, kijk eerst de kat uit de boom.

Maar goed, dat nare vriendje dus, daar ben ik drie jaar bij geweest. Eerst woonden we in een gekraakt hotel in Bilthoven, later op kamers in Zeist. Hij bepaalde alles voor mij, welke kleren ik aantrok, hoeveel make-up ik op deed. Ik mocht niet met andere mannen praten. Ik mocht een heleboel niet. Op een gegeven moment begon hij me te slaan. Toch bleef ik bij hem. Hij was een hele krachtige persoonlijkheid en hoewel hij maar een half jaar ouder was dan ik, had hij een ongelooflijke macht over mij. Tot hij mij op een avond probeerde te kelen. Ik was al bijna bewusteloos. Toen ging het me eindelijk echt te ver, toen ben ik opgestapt. In de nacht, weer naar mijn moeder. Tot mijn grote verbazing en opluchting had ik daarna niet veel last meer van hem.

Nu begon de mooiste periode van mijn leven. Ik ontmoette Rob, eindelijk een lieve man die van me hield. We zijn getrouwd. Ik werd zwanger en beviel van een gezonde zoon. Alles was zoals het hoorde, gezond en met toekomst. Voor het eerst had ik een thuis. Tot die ene dag, onze zoon was net een jaar oud en Rob vertelde mij van zijn bedrog. Hij was homo, dat wist hij al toen hij met mij trouwde. Hij had het willen ontkennen, verbergen, voor zijn ouders, die dat niet begrepen, voor de buitenwereld. We probeerden het nog, we probeerden samen te leven als broer en zus, in harmonie. Maar ik kon het niet. Weer was ik gekwetst, weer gebruikt, weer was mijn vrouw-zijn aangetast. Wel op een andere manier, ditmaal was ik afgewezen. We besloten te scheiden. Mijn wereld stortte in. Ik werd suïcidaal. Ik belandde in een psychiatrische kliniek. Ons kind bleef bij Rob.

Weer was het de verkeerde

Vanuit de kliniek ben ik in de Rotonde terecht gekomen. Er zat een nogal hectische groep op dat moment, met veel jongens van rond de 18. Mijn zoon bleef bij zijn vader. Zeven maanden heb ik daar gewoond. Ondertussen volgde ik nog wel intensieve therapie. Daarna verhuisde ik naar een eigen kamer. Ik ontmoette een man, werd verliefd en weer was het de verkeerde. Hij was erg overheersend. Hij hoefde niet te slaan. Hij was zó krachtig. Het werd verschrikkelijk eng. Hij bedreigde me heel erg. Er kwam politie bij. Maar hij bleef gevaarlijk.

Ik ging naar een geheim adres in Nunspeet, na zes weken moest ik er weer weg. Ondertussen stond ik weer ingeschreven bij de Rotonde. Ik belde iedere week een keer vóór 10.00h. om te horen op welke plaats op de lijst ik stond. Dat doen ze om je motivatie te meten.  En godzijdank, ik mocht terug komen. Daar ben ik ze op de Rotonde nog steeds immens dankbaar voor. Dat gebaar gaf mij het gevoel niet alleen in de wereld te staan. Er was een plek, een warme plek voor mij.

Na vier maanden in de crisisopvang ging ik naar een Tussenhuis, een vrouwenhuis in de Spoorstraat. Daar werd ik zwanger van mijn tweede kind, een meisje. Toen ik drie maanden zwanger was, bleek de vader er niets mee te maken te willen hebben. Van verschillende kanten was mij al geadviseerd om abortus te plegen. In mijn situatie en toestand kon ik er niet ook nog een kind bij hebben, dacht men. Ik heb echter voet bij stuk gehouden. Ik wilde dit kind persé houden. Ik werd uiteindelijk gesteund in mijn beslissing. De Rotonde heeft me echt de tijd gegeven. Mijn dochtertje was zeven maanden oud, toen ik weg ging uit het vrouwenhuis. Ik had langer mogen blijven, maar was er zelf aan toe om te gaan. Alleen al het simpele feit dat ik mocht blijven, deed me erg veel goed. Ik heb zelf voor een woning gezorgd en ben meteen al mijn zaken zelf gaan regelen. Eén van de weinige minpunten van de Rotonde vind ik, dat ze zonder meer je geldzaken regelen. Ook als je daar niet bent vanwege schuldproblemen. Het geeft veel extra stress als je iedere week je geld moet vragen en voor de extra’s uit moet leggen wat je er mee doet. Ik ben zelf altijd goed in staat geweest om mijn geld te beheren. Misschien is dat wel vanwege de dissociatieve stoornis. Ik ben in staat een andere doos te openen, een andere pet op te zetten en me af te sluiten van alle andere problemen.

Ik beschadig mezelf uit een vreemd soort overlevingsdrang

In ieder geval in die periode ging het erg goed met me. Ik stond er alleen voor gedurende de zwangerschap en putte hier veel kracht uit, had voldoende afleiding. Tot mijn kind anderhalf jaar oud was, was ik sterk. Toen begon het weer, sluipend en heel langzaam, ik had het zelf in eerste instantie niet eens door. Ik werd weer depressief. Het was heel druk in mijn hoofd. De aversie tegen mijn eigen lichaam die nooit helemaal weg was geweest, kwam nu weer in volle hevigheid naar boven. Mijn lichaam is het bewijs van mijn herinneringen. Ik haat mijn lichaam. Het is bevuild, een bevuiling van vroeger waar je doorheen getrokken wordt. Ik begon mezelf langzaam te pijnigen, steeds een beetje meer. Krassen en hele hete douches. Ik straf mezelf, beschadig mezelf uit een vreemd soort overlevingsdrang. Ik verberg de wonden voor anderen.

Je kunt je niet voorstellen hoe vermoeiend het is om jezelf constant bijeen te moeten houden. Ik moet altijd alert zijn om de controle niet te verliezen. ’s Nachts heb ik nachtmerries. Verschrikkelijke dromen die ik niet vergeten ben als ik wakker word. Ze gaan meestal over mijn stiefvader. Dan word ik wakker en durf niet meer te gaan slapen. Het gebeurt ook regelmatig dat ik ’s ochtends wakker word onder mijn bed. Ik weet dan niet hoe ik daar gekomen ben. Het is nota bene maar een laag bed, met echt niet veel ruimte eronder.

Mijn leven heeft al toen ik heel jong was een verkeerde wending genomen. Het is verschrikkelijk moeilijk om dat terug te draaien. Het verleden blijft me achtervolgen. Ik heb geen stabiele basis vanuit mijn jeugd. Ik denk als je die wel hebt dat je dan beter in staat bent om goede keuzes te maken en jezelf uit een dal omhoog te trekken. Ik doe er alles aan om mijn eigen kinderen die basis, liefde en onvoorwaardelijkheid wel te geven. Dat is belangrijk voor alle kinderen. Ooit heb ik een heel stuk geschreven  waarmee ik naar leerkrachten van basisscholen wilde gaan, om ze te leren waar ze op moeten letten bij de kinderen in hun klassen. Ik weet nog goed dat ik zelf vroeger op school tijdens de pauzes wegkroop tussen de jassen. De leerkrachten stuurden me simpelweg naar buiten. Niemand vroeg zich af waar dat gedrag vandaan kwam. Als er op een goede manier ingegrepen was tijdens mijn jeugd, denk ik dat ik een heel ander leven zou hebben geleid, een heel andere persoon was geworden.

Tekenen en dichten

Nog steeds ben ik in therapie. Ik teken veel, op het kantoor in de Rotonde hangt een tekening van mij, getiteld ‘Ontworteling van..’. En ik schrijf, ook gedichten, dat helpt om te overleven. Mijn kinderen zijn ook een belangrijke drijfveer. Zij dwingen me om er een beetje bij te blijven. Er zijn dagen dat het heel goed met me gaat, maar er zijn ook dagen waarop ik niet tegen het daglicht kan en het liefst de gordijnen dicht houd. Soms vergeet ik wel eens stiekem om ze open te doen. Maar dat kan ik niet maken voor mijn kinderen, die moeten licht hebben. Dus verman ik me meestal.

Het is goed voor me om hier te wonen, in deze buurt, op mezelf. Ik heb contacten in de buurt, mensen die me wat afleiding bezorgen en wat vriendinnen in Amersfoort. De meeste mensen die mij kennen, kennen mijn verhaal niet. Mijn vriend wel. Hij is gelukkig heel lief voor me en begrijpt veel. Zoals laatst, toen hij hier was met zijn twee kinderen. Die ochtend douchte hij samen met zijn dochter. Ik werd helemaal gek. Ik moest er bijna van overgeven. Ik ben naar buiten gelopen, durfde er niets van te zeggen omdat ik bang was dat hij dat als een beschuldiging zou opvatten. Dat was het niet. ik geloof nooit dat hij zijn dochter pijn zou doen, maar het riep zoveel bij me op. Later hebben we erover gepraat. Hij zei me dat hij er wel aan gedacht had, maar er eigenlijk van uit was gegaan dat het geen probleem voor me zou zijn. Immers zijn gedachten en intenties waren puur.

Ik ben er nog niet, het is geen gemakkelijke weg, maar ik ga wel vooruit. Ik heb al veel meer controle over mijn leven dan eerst. Daar heb ik hard voor gevochten. Daar ben ik trots op. En ik blijf vechten, voor mijn kinderen en voor mezelf…

Frank van Empel & Caro Sicking, nonfiXe 19.11.2001 en 27.11.01

Meer Thuis: Het verhaal van A

Wereld van Verschil

Nederland lijdt aan het controlesyndroom. En Nederland niet alleen. Overal rukt de controle op. Op school, op het werk, op vliegvelden, perrons, snelwegen, sportvelden. Bij ministeries, bedrijven…. Er worden verschillende stickers opgeplakt: toezicht, monitoring, corporate governance, feedback, maar de essentie is dat de samenleving steeds meer in de greep komt van een planning & control cyclus die gericht is op ordening, sturing en regulering.

Variëteit is mooier en spannender


Asiel gezocht
 

Gekozen volksvertegenwoordigers zetten alles op alles om de samenleving in het (lees: hun) gareel te brengen en te houden. Alles en iedereen wordt gelijkgeschakeld, met een beroep op de rechtvaardigheid. Daar kan immers niemand tegen zijn.

Onder de oppervlakte van deze geconstrueerde gelijkheid woekert echter het verschil. En nergens komt dat zo duidelijk tot uiting als in de Wereldmuziek. ‘Het repertoire van de popmuziek is internationaal,’ schrijft hoogleraar Bestuurskunde Paul Frissen in De Staat van Verschil, ‘maar steeds vaker is de taal een dialect – regionale traditie of stedelijke constructie. Alleen al etnisch is onze wereld veelkleuriger dan ooit.’ Liefhebbers van wereldmuziek geven, zonder het te beseffen, een duidelijk politiek signaal af. Zij vinden variëteit mooier en spannender dan uniformiteit. Liefhebbers van wereldmuziek lopen daarmee ver voor op controlfreaks die vermomd als politicus, ambtenaar, manager of schoolhoofd anderen willen dirigeren. Vanuit de optiek van de wereldmuzikant en wereldmuziekfan is politiek & management niet een zaak van plooien en (be)schikken, maar van confronteren en van elkaar leren. Verschillen verrijken het leven. Er hoort wel een houding bij van respect voor anderen. Wie de wereld van verschil ziet als een verrijking, moet niet tegelijk het eigen gelijk en de eigen smaak willen opleggen aan anderen. Dat is inconsistent. Wel mag je de wereld (of beter: de cultuur) van anderen confronteren met jouw wereld (cultuur). Als besnijdenis van jonge meisjes in Senegal en Egypte meer gebruik dan uitzondering is, mag je best jouw mening daar tegenover zetten. Het is aan de ander om hier wel of niet lering uit te trekken. Een politiek die fragmentatie als uitgangspunt neemt, is tevens een politiek die confrontatie als vorm van communicatie hanteert. Dat is geen bevoogding. Het is simpelweg een manier om tegenstellingen vorm te geven. nonfiXe streeft er naar om niet alleen de oppervlakte van de wereldmuziek in beeld te brengen, maar ook deze diepere laag.

nonfiXe, 14 juni 2009

Frank van Empel en Caro Sicking

Cirkel van Herhaling

In Cirkel van herhaling laat Kia Aziz zien hoe politiek én cultuur individuele levens beïnvloedenen hoe mensen daardoor op drift raken.
Velen beschouwen verschil als een gevaar, waardoor familieleden en buren tot vreemdeling worden en vreemdelingen altijd ‘de ander’ zullen blijven.
Kia Aziz schrijft over de verdwaalde vreemdeling die geen thuis
meer vindt.

Kia Aziz schreef korte verhalen over zijn leven en vlucht naar Nederland, over verloren liefde en aangetaste waardigheid, de asielprocedure en het vreemde koude land van aankomst.

In Cirkel van herhaling laat Kia Aziz zien hoe politiek én cultuur individuele levens beïnvloeden en hoe mensen daardoor op drift raken. Fictie die op waarheid berust.

Uit De Weg naar Rome:

‘Hoe ik was? Ik was zoekend. Ik verkende de Europese literatuur en moderne filosofie. Terwijl de relatie tussen die verre Westerse denkbeelden en mij groeide, verdwenen de mentaliteit en cultuur van ons land uit mijn hart.’

Coraline Korevaar gaf vorm aan dit kleine boek.

Deze eerste uitgave van Studio nonfiXe dateert van oktober 2005. Inmiddels is Kia Aziz zelfstandig filmproducent en regisseur. Hij produceerde o.a. the Chair, Viva Silva, Bread,  3rd I.D. Right.

2013: Still I am a stranger, een intiem portret van de desolate dichter Mohamad Omar Osman.

In 2017 komt Taxi Anahit uit: de gedesillusioneerde taxi chauffeur Arthur doet iets wat hem totaal niet past waardoor hij nog verder vervreemdt van zichzelf dan hij al is.

Klik hier voor meer over de films van Kia Aziz.

We hebben nog maar een paar gedrukte exemplaren. 

cirkel-van-herhaling

Wil je ‘Cirkel van herhaling’ in boekvorm lezen? Mail naar info @ nonfixe.nl

€ 7,50 excl. verzendkosten

Omslag: Joost Sicking, de Vreemdeling, olieverf op doek, 1975